What to write? ‘Don't they say “write what you know”?' Betty said. ‘But you don't know anything, do you?' ‘Thanks.'
Dit keer geen duidelijke constructies in plot (zoals Life after life), wel een detective (zoals de Brodie-boeken), maar die is nauwelijks belangrijker dan de vele kleurrijke andere personages in dit boek (uiteraard wel eentje met veel observaties tussen haakjes).
Jaren twintig, Londen, Soho, op het randje van de onderwereld, een uitgaanswereld waarin Nellie Coker (in min en meerdere mate samen met haar zes kinderen) een handvol nachtclubs beheerd.
Nellie had received a French education, something which could be interpreted in several ways. [...] In Niven, the rest of the family sensed backbone. It was strangely attractive to them, perhaps because of the novelty. Cokers had no backbone, only strength of will.
Zij en haar kinderen, een avontuurlijke bibliothecaresse ((She was quite expressive for a librarian. Almost Italian.), een meisje dat beroemd wil worden, die detective, en nog een flinke hand vol karakters worden opgevoerd en krijgen allemaal de liefdevolle aandacht van Atkinson (zélfs de krantenjongen!).
Freda was not going to work in Rowntree's! She was going to be a star! She was going to be famous! She was going to go to London! She would rather die of a surfeit of exclamation marks before she worked in an office or a factory! What she needed was a kick up the bum, Gladys said. Full stop.
De plot is niet reuze-belangrijk (meisjes spoelen aan kant in de Thames, Nellie heeft sores met een corrupte politieagent), je wordt tussen de diverse personages heen en weer geslingerd als ware het een avondje dansen in een van die nachtclubs (like as if I would know...)
Misschien het enige minpuntje dat de in het boek gepleegde (best ernstige) misdaden een beetje ondersneeuwen in het spektakel er om heen?
‘You do look green around the gills,' Betty said, summoning sympathy from somewhere. Sometimes she surprised herself. Betty was very hard-nosed yet occasionally mawkishly sentimental, a combination shared with her mother and many dictators both before and since.
‘You're such an ignoramus, Kitty,' Betty said. ‘Am not!' Kitty protested, under the misapprehension that an ignoramus and a hippopotamus were close relatives.
Na de dikke pil The Books of Jacob (zie aldaar), tijd voor iets dunners en luchtigers. Dat eerste is prima gelukt met deze novelle, het tweede wat minder. Met weinig woorden weet Keegan diepgaand te schetsen hoe fout de Ierse katholieke kerk bezig is geweest met “gevallen” vrouwen en hun kinderen.
Ultieme vorm van “show, don't tell”. Aanrader!
Fijne novelle over een man die besluit eigenlijk niks meer te willen doen, en daarmee zijn goedwillende werkgever min of meer tot wanhoop drijft. Dat kan natuurlijk niet goed aflopen (of toch juist wel?)...
Tijdens de vakantie tijdens een regenachtige avond toch maar eens een TV aangezet, en kwamen haar recente documentatie over Australië tegen. Fijn om naar te kijken, zeker omdat ze zelden een blad voor haar mond neemt. Then again, een yoni cleanse hoef ik niet nodig vaker te zien :-)
Toch maar eens haar biografie lezen, naast deze documentaire (en eentje over doodgaan) wist ik niet veel meer dan haar rol in Harry Potter...
Ze heeft een zeer kleurrijk leven geleidt, en weet dat prima te vertellen. Hierna ook haar volgende boek gelezen, als je er maar eentje wil lezen, zou ik die nemen (“Oh, Miriam!”)
“Usually when Jews are mobbed in Lithuania, it's to kill them, but this was because of Harry Potter.“
(over een filmset waar de fans op afkwamen, in Letland..)
Ik zie nu dat ik het eerste deel 4* gaf, met als openingszin “misschien toch 3*”. Hier geldt weer hetzelfde, maar dan vanaf de andere kant...
Misschien was ik niet “in the mood”, maar zoals de blurb van Goodreads zegt, “a brilliant sequel” ?
Meh. Was het eerste deel al wat kluchtig, bij dit deel had ik nog meer een soort van “Carry On ...” filmgevoel, en voelde de opzet (met allerhande chatgroepen, action reports, etc) erg gekunsteld.
Wat mij betreft teveel herhaling van zetten (zowel tov het eerste boek als in dit boek zelf), en met een zodanig einde dat er nog wel een deel 3 zal gaan komen.
Om nog wel een mooie zin te citeren: “He is from either elsewhere or else-when”, als er weer eens een DO'er een DEDE [haha, see what the writers did?] - bij een heks in het verleden kwam doen.
Gelukkig is het boek ook minstens 1x zelfreflecterend: “Do not expect me to remember your ridiculous acronyms”...
Soort-van biografie van John Wilkes Booth, de moordenaar van Abraham Lincoln. Soort-van, omdat het boek zoveel als mogelijk niet over hem gaat, maar over zijn ouders en broers en zussen.
“None of the children know that they're a secret. It will come as quite a shock. They've no cause for suspicion. Much like the secret cabin, everyone they know knows they're here.”
Zijn vader was een gevierd (maar wel erg vaak stomdronken) Shakespeare acteur, en hijzelf en zijn broers komen uiteindelijk ook allemaal op het toneel terecht.
“June has started to dream of an acting career in Philadelphia, where he knows some of the company and has been promised his chance. This is as much against his father's wishes as his father's own acting career was against his father's wishes. There are other family traditions that June will eventually carry on as well, but he doesn't know what they are yet.”
Vader is nogal wispelturig en houdt er diverse vreemde ideeën op na, al is hij ook steeds langere tijd onderweg op tournee (soms begeleidt door een van zijn zoons om het van de drank af te houden).
“Father soon cheers up again, complimenting Rosalie on the leeks and potatoes, which she did not cook, Mother on the fish. Yes, fish! Suddenly Father, who once thought it murder to eat an oyster, has decided they should all be eating fish. None of the children like fish, so this is nothing to celebrate. Plus Rosalie has told Edwin how Father once said that he'd killed Mary Ann and Elizabeth by eating meat, so Edwin wonders which of them is being put at risk this time on account of a cod he doesn't even want.”
Fowler schrijft fijn, met vaak erg aangename kleine droge uitsmijters aan het eind van een alinea of hoofdstuk.
“Edwin's horse, bought for one dollar and seventy-five cents—a bony white mare unimpressed with her own stardom—may well be Edwin's undoing. So far she's foiled his every vision by refusing to move her feet. If this had been the horse Richard sold his kingdom for, he would've lost England anyway.”
De geschiedenis van de familie wordt afgewisseld met kleinere hoofdstukjes waarin Lincoln een beetje gevolgd wordt, inclusief het verloop van de burgeroorlog. Met enige regelmaat tijdens het lezen van het boek bekruipt toch het idee dat de geschiedenis in Amerika zich aan het herhalen lijkt. Anders, maar toch een hoop overeenkomsten...
Een historische roman, maar dan een beetje anders. Het bestaat uit vier delen, een boek-in-een-boek, de niet afgeronde autobiografie, memoires en een dagboek.
De eerste beschrijft de opkomst van Benjamin Rask en zijn vrouw Helen, in de periode voor de grote depressie van 1929. Een whizzkid met financiën, hij wordt rijker en rijker door de beurs te manipuleren, met de grote beurskrach als gevolg.
“A few stagnant years went by, during which he made halfhearted attempts at starting different collections (coins, china, friends), dabbled in hypochondria, tried to develop an enthusiasm for horses, and failed to become a dandy.“
Deel twee is de onaffe autobiografie van Andrew Bevel en zijn vrouw Mildred, van wie al snel duidelijk is dat de roman in deel 1 op zijn leven is gebaseerd, maar waar hij heel erg niet over te spreken is.
“I am a financier in a city ruled by financiers. My father was a financier in a city ruled by industrialists. His father was a financier in a city ruled by merchants. His father was a financier in a city ruled by a tight-knit society, indolent and priggish, like most provincial aristocracies. These four cities are one and the same, New York.“
Deel drie beschijnt de hele geschiedenis nog een keer, nu vanuit het gezichtspunt van de ghostwriter van de autobiografie van Bevel.
“Immediately after, another patient, accompanying himself at the piano, proceeds to descale, gut and behead Schubert's trout. I'm amused.“
Als je dan denkt dat je wel een beetje weet hoe het echt zat, en waarom Bevel het zo oneens was met de roman, komt deel 4 nog, dagboekfragmenten van Mildred...
“Priest came with soggy offerings of comfort. God is the most uninteresting answer to the most interesting questions.”
Het “probleem” van Mythos was een beetje dat er zo veel aan verhalen en verbanden in stonden, dat je al snel de draad weer eens kwijt bent (of zoals D het verwoordde: het is ook niet heel erg als je er bij in slaap valt, je pakt de draad gewoon fris weer op in het volgende hoodstuk...)
Troy is in dat opzichten een stuk fijner - de basis is een verhaal dat in grote lijnen wel bekend is, en Fry realiseerde zich ook het probleem wel:
“As I remind you from time to time, especially early on in the book, do not think for a minute that you have to remember all those names, places and familial interrelationships.”
Fry schrijft wederom met een fijne losse pols, en heeft, als je toch feitjes wilt, nog een flink aantal voetnoten [] een glossary van alle personages opgenomen.“Agamemnon stared in disbelief. ‘I beg your pardon?'”“When Apollo and Poseidon presented themselves to Laomedon for payment he did what many householders have done since. He pursed his lips, sucked in between his teeth and shook his head. ‘No, no, no,' he said. ‘The ramparts are bowed, I asked for straight. And the south gates aren't what I ordered at all. And those buttresses! All wrong. Oh dear me, no, I can't possibly pay you for shoddy work like that.'”[] met in een daarvan tegen het einde van het boek: “They were both the grandchildren of Aeacus, who had two sons, Telamon and Peleus, you will remember. You. Will. Remember.” :-)
Tsja, wederom zo'n boek dat de hemel in geprezen wordt (“Nederlandstalige Eco!” 5*! etc) waar je dan enthousiast aan begint om vervolgens jezelf af te vragen “Ligt het nou aan mij?”...
Nee, dit is geen goed boek. Het is hooguit een enigszins vermakelijk jongensboek met een teveel aan bouquet-reeks gehalte. Het taalgebruik is redelijk vaak vermoeiend, en de raamvertelling in de huidige tijd (mislukte professor vindt/verkrijgt enigszins iffy middeleeuwse geschriften) voegt m.i. ook bijzonder weinig toe.
Ter ondersteuning van de bouquet-reeks opmerking kan ik weinig anders dan wat tenenkrommende citaten benoemen – goede citaten niet tegengekomen...
“De eerste kennismaking van Beda met het antieke erfgoed op schrift had tot gevolg dat tedere snaren in hem werden beroerd. Een begoochelende ervaring, want eerder wist hij niet dat het instrument van zijn ziel daarmee was bespannen.”
“Nog voordat de hanen op de erven hun rauwe halleluja uitkraaiden, lag hij wakker onder zijn paardendeken en luisterde naar het wild gehamer van zijn hart. Hij kende de driften van zijn jeugdig mannenlichaam.”
“Ze bracht zijn wakkere lid in stelling en liet het zachtjes ten hemel varen in haar buik.”
“In het firmament van zijn geest was ze als een ster die vanuit een nabije verte naar hem straalde.”
“During my very first days in the house, I foolishly thought Melania Housekeeper might be a person rather like Manager, and this led to a few misunderstandings.”
Na The Buried Giant weer een boek met een dystopisch tintje, zoals Never Let Me Go. Klara, een Artificial Friend, beschrijft haar leven, vanaf het moment dat ze in de winkel staat met Manager, en waar ze vervolgens gekoppeld wordt aan een meisje “met een rugzakje”.
“‘One never knows how to greet a guest like you. After all, are you a guest at all? Or do I treat you like a vacuum cleaner? I suppose I did as much just now. I'm sorry.'”
Langzaam krijg je steeds meer zicht op diverse drama's uit verleden en heden, waarbij de rationele blik van Klara steeds vaker een beetje ontspoort:
“The waterfall no longer took up so many boxes, and I watched children and their AFs passing easily from one box to another with barely any interruption.”
“She drank coffee, all the time looking at me, till I found the Mother's face filled six boxes by itself, her narrowed eyes recurring in three of them, each time at a different angle.”
Klara heeft zonnepanelen en door een toevallige gebeurtenis op straat die ze vanuit de winkel ziet, kan de zon wat haar betreft niet meer stuk, en ze vestigt haar hoop op de zon om waar nodig te helpen:
“It occurred to me this was the ideal time for the Sun to send his special help, and whenever his pattern in the bedroom altered suddenly, or when he burst out in the sky following an overcast spell, I'd watch with particular keenness. But though he continued unfailingly to send his normal nourishment, his special help didn't come.”
De spanningsboog die dat geeft is hartverscheurend en hoe het afloopt kwam toch een beetje onverwacht.
Als ik heel streng moet zijn een halve * er af omdat het op een-na-laatste hoofdstuk wat mij betreft niet zo nodig was, en ik Never Let Me Go uiteindelijk toch net iets beter vond, die is net wat grimmiger, en is de opbouw naar de ontknoping nog indrukwekkender.
De schrijfster van Jonathan Strange & Mr Norrell raakte uitgeput na het grote succes van dat boek en kreeg 15 jaar min of meer geen letter meer uit haar pen. Uiteindelijk werd de draad langzaam weer opgepakt met het herschrijven/schaven aan een eerder boek dat nog op de plank lag. Omdat het niet enorme hoeveel personages bevat en gezien de aard van het boek zou er niet veel (vermoeiend) onderzoek nodig zijn. Net als haar vorige boek speelt magie en magisch denken een belangrijke rol.
“Since the World began it is certain that there have existed fifteen people. Possibly there have been more, but I am a scientist and must proceed according to the evidence.”
Het is, zeker in het begin, een erg vervreemdend boek. De hoofdpersoon dwaalt rond in een reusachtig gebouw (“House”) met meerdere enorm hoge verdiepingen die zich naar alle kanten voor schijnbaar kilometers uitstrekken, gangen verbonden met zalen (“Halls”). Naast de vele beeldhouwwerken in de Halls en de vogels is er slechts The Other, die de hoofdpersoon af en toe van voorraden voorziet, en waarmee hij elke week een gesprekje heeft.
“Birds are not difficult to understand. Their behaviour tells me what they are thinking. Generally it runs along the lines of: Is this food? Is this? What about this? This might be food. I am almost certain that this is. Or occasionally: It is raining. I do not like it.”
Piranesi was een Italiaanse architect en kunstenaar, bekend geworden van zijn tekeningen van fictieve “gevangenissen”. Ook is het de naam waarmee de hoofdpersoon wordt geïdentificeerd.
“Piranesi. It is what he calls me. Which is strange because as far as I remember it is not my name.”
Alhoewel het gebouw in kwestie oneindig groot lijkt, is het allemaal zeer beklemmend. Piranesi lijkt het allemaal heel normaal te vinden, en houdt zich vast aan zijn rituelen – het verzorgen van de botten van de 13 anderen, het vangen van vis en oogsten van zeewier. Heel langzaam wordt, beetje voor beetje, een tipje van de sluier opgelicht over wat House en Halls precies zijn, en hoe Piranesi daar verzeilt is geraakt.
(Maar misschien toch 3,5*)
Een “technothriller” over het klimaat, met een hoofdrol voor het Nederlandse Koninklijk Huis. What's not to like?
“[...] a state of being that the Dutch referred to as normal with the accent on the second syllable. A different thing altogether from the English “NORMal.” To explain “norMAL” fully would fill a book, but the most important thing about it, if you happened to be a member of the Dutch royal family, was that “norMAL” was exactly what royals were forever under suspicion of not being, and so anything you could do that made you norMAL was desirable; and since that could easily be faked, it worked best if it were some activity that would get you killed if you did it wrong.”
Misschien dat het soms wat langdradig is, en Stephenson er iets teveel uitleg in probeert te proppen (niet geholpen doordat een deel ervan over Nederland gaat, en ik dat allemaal wel weet)?
“At first the protesters gave him mean looks for driving a huge gas-guzzling dually until they saw through the glass that he was a person of color and then they didn't know where to direct their moral indignation.”
Maar goed, het was toch wel fascinerende near-future science fiction, waar de zeespiegel zodanig hoog aan het worden is dat er nu daadwerkelijk eens iets gedaan moet worden. Enter een Amerikaanse multimiljonair die besluit grote hoeveelheid zwavel de lucht in te schieten, een vorm van geo-engineering, iets dat niet overal ter wereld even goed valt.
Enter Saskia, een toekomstige koningin van Nederland, die zelf-vliegend een noodlanding in Texas moet maken (iets met reuze-alligators en -zwijnen).
““I am the Queen of the Netherlands,” Saskia told him. “I am here on a secret mission to save my country.” “Rufus. Most people address me as Red. My not-so-secret mission is now accomplished.” He glanced at the huge dead boar and repeated the strange gesture of sticking his tongue out.”
Voeg hier vervolgens vertegenwoordigers van Londen, Venetie, Singapore aan toe die ook wel eens willen zien of het werkt, plus een Chinese geheim agent die op de onverwachtste momenten opduikt om de geschiedenis naar hun hand te zetten, en je hebt dus een soort van thriller.
Op het oog zit door het hoofdverhaal nog een ongerelateerde subplot gewoven over een Canadese Sikh die tijdens een soort van zoektocht naar zichzelf uiteindelijk terecht komt bij de Chinees-Indiase “grens” (de Line of Actual Control), waar Stephenson zijn martial arts hobby even kan uitleven :-)
Stephenson heeft wel duidelijk zijn huiswerk gedaan, en weet de Nederlandse politiek behoorlijk goed te schetsen (overigens toch wel fascinerend dat geen van de proof readers dan opmerkt dat Den Haag echt niet de hoofdstad van Nederland is :-)
“It raked in votes from conservative citizens and money from like-minded donors, which they could take advantage of in other areas, such as clamping down on immigration and making everything perfect for the Netherlands' twenty-five remaining farmers.”
De spanningsboog is dus niet optimaal, maar aan het eind komen alle draadjes in een spannende finale wel allemaal weer mooi bij elkaar (inclusief de Sikh :-)
Serie 1 was aangenaam, serie 2 was nogal matig. Licht nieuwsgierig hoe de oorspronkelijke boeken zijn, en hoe een aantal plotlijnen aflopen. Deze review is voor delen 1-4 (ze lezen nogal makkelijk weg, in een hangstoel in StJ :-)
“Anthony, Benedict, Colin, Daphne, Eloise, Francesca, Gregory, and Hyacinth—orderliness is, of course, beneficial in all things, but one would think that intelligent parents would be able to keep their children straight without needing to alphabetize their names.”
Eerder 2,5*, maar deel 4 trok de boel weer wat omhoog.
Deel 1, “D” - fijne dialogen, wijkt een beetje af van de (hoofdplotlijn) van serie 1.
“The duchess experienced pains a month early, and pillows were tucked under her hips. Gravity might keep the babe inside, Dr. Stubbs explained. The duke thought that a sound argument, and, once the doctor had retired for the evening, placed yet another pillow under his wife, raising her to a twenty-degree angle. She remained that way for a month.”
Deel 2, “A” - heel anders dan de verfilming, wel aardig
Deel 3, “B” - merkwaardige variant op Assepoester - meh
Deel 4, “C” (of eerder: “P?”) - de beste van de vier
Prima tweede deel, maar op de een of andere manier voelde deze een stuk gekunstelder (onwaarschijnlijker?) aan.
“Pam wasn't what Gloria would have called a friend, just someone she had known for so long that she had given up trying to get rid of her.”
“Gloria didn't believe in heaven although she did occasionally worry that it was a place that existed only if you did believe in it. She wondered if people would be so keen on the idea of the next life if it was, say, underground. Or full of people like Pam.”
David Mitchell is een van mijn favoriete auteurs, dus een nieuw boek gaat zonder enige voorkennis in de pre-order. Het zonder enige voorkennis lezen van het boek kan dan ook leiden tot een kleine verrassing: het boek leek toch in eerste instantie erg weinig op de meeste van zijn andere boeken, anders dat er in elk geval een knipoog was naar The Thousand Autumns of Jacob de Zoet, met een verre afstammeling, Jasper de Zoet, als een van de personages.
“Sunday evening pools in London's gardens, seeps through cracks and darkens streets.”
Het boek speelt in de jaren 60 in Engeland, en volgt een viertal “jongelui” en hun Canadese manager bij het opzetten van een band, en het pad naar (het eventuele) succes. Ondertussen heeft iedereen wel een handvol persoonlijke issues waar gedealt mee moet worden, met die van Jasper wel het zwaarst. Niet geholpen door iets wat we vandaag de dag waarschijnlijk onder het autisme-spectrum zou vallen...
“The present is a curtain. Most of us can't see behind it. Those who do see - via luck or prescience - change what is there by seeing. That's why it is unknowable. Fundamentally. Intrinsically. I like adverbs.”
Door de achtergrond van Jasper komt er ook soms wat nederlands voorbij, niet vertaald ook (ook andere talen worden niet vertaald). Er zat alleen 1x een foutje in, bij de bitterballen.
“The darkness was coloured by a glow-in-the-dark Dutch gnome called Mr Kabouter”
Taalgebruik van Mitchell is altijd weer mooi, met soms subtiele, en soms minder subtiele omschrijvingen:
“The river slid by. The river slid by. The river slid by.”
“‘And you still believe now ... that he was real?' The clock's pendulum thinly sliced half a minute.”
Ergens halverwege of zo in het boek komt Mitchells “universe” opeens met volle vaart alsnog het boek in [het kan geen kwaad zowel Thousand Autums als Bone Clocks te hebben gelezen voor deze], maar uiteindelijk is het wel meer een boek aan de randen van dat universum (al zag ik wel een kandidaat-personage voor een toekomstig boek, Bolivar :-)
Samengevat: een prachtig boek, maar niet een die je als eerste van hem moet lezen. Then again, het is wel een van de “normalere” boeken, want het abnormale zou je in dit boek ook heel anders kunnen uitleggen...
“The chain of events would fill a hefty novel, replies Marinus”
Steeds minder op te lossen mysteries, steeds meer van Smith's levenswijsheden, waarvan de meeste nu wel bekend zijn...
Gelezen in Frankrijk, in maandelijkse sessies. Mogelijk niet bevorderlijk voor zo'n dikke pil, maar het was steeds een pingpong tussen doorlezen en maar weer eens wegleggen als gevolg van dat continue oeverloze geleuter.
Herman Brusselmans lees ik wel zonder wegleggen, maar die neemt zichzelf misschien een tikje minder serieus.
In dit geval dekt de titel de lading niet :-)
Hebben-boek. Verzameling fijn-rare gedichten van Tim Burton, met tekeningen van zijn hand.
“Stick Boy and Match Girl in Love
Stick Boy liked Match Girl,
he liked her a lot.
He liked her cute figure,
the thought she was hot.
But could a flame ever burn
for a match and a stick?
It did quite literally;
her burned up pretty quick.”
Een nieuw boek van Bruce Sterling! (“The Difference Engine”, met William Gibson, cyberpunk als “Heavy weather” en “Islands in the net”).
Dat viel tegen.
Verzameling korte en soms wat minder korte verhalen, die Italie (op verschillende momenten in de tijd) als verbindend thema hebben. Slechts een paar waren interessant/leuk genoeg om met plezier door te lezen, de rest voelde toch een beetje alsof ik het boek voor een leeslijst aan het lezen was...
“The Chief was safe from surveillance inside his sumptuous Shadow House—that was the purpose of the house, its design motif, its reason for being. However, safety had never satisfied the Chief. He was an Italian politician, so it was his nature to flirt with disaster.”
“There was no more Italy. The Chief had outlived his nation. Becoming ex-Italian meant a calmer life for Tullio and Irma, because the world was gentler without an Italy. It was their duty to keep this lonely, ill-starred old man out of any more trouble”
““The Pope wrote courtly love songs. The Pope loves printed books. The Pope has traveled all over the world.” “Does the Pope know that the world is round?” said the Queen of Jerusalem. “Well,” said Agnes, “that's a hard thing, given a literal reading of the Scriptures; but I never heard that he decreed that it was flat.” “We could tell the Pope about the roundness,” said Ugolina, “and then beg him to confess all three of us. If the Pope is a good writer, he's bound to take an interest in such wonderful sins as ours.””
Slecht voor te stellen knotsgekke reis naar de zuidpool, omdat een Belg denkt dat België mee moet in de vaart der volkeren... Maar dus allemaal waar gebeurd. De Belg in kwestie (De Gerlache) was zo te lezen een prima zeeman, maar een niet zo goede kapitein/teamleider.... Roald Amundsen was ook aan boord, en leerde een hoop over hoe het wel niet zou moeten op zijn eigen toekomstige expedities.
“They included a navy mechanic, Joseph Duvivier, whose superior officer wrote a letter of recommendation that read much more like a warning: “In summation, it is possible that Mr. Duvivier might figure out how to work a very simple engine, like the Belgica's, but I cannot guarantee it.” De Gerlache hired him.”
Fijne appendix met foto's die tijdens de reis gemaakt zijn, en een terugblik op hoe het met de diverse bemanningsleden is afgelopen.
Deel twee van de nieuwe Fowl serie. De verfilming van de eerst Artemis Fowl boeken was ruk, ondanks Dame Judy Dench. Misschien dat ze ooit eens een behoorlijke poging met deze serie kunnen doen.
De twins zijn eigenlijk nog een maatje leuker dan Artemis was, zeker de blonde van de twee, Becket. In dit deel speelt hij een wat belangrijker rol dan in deel 1.
“Historically, the only item he rarely removed was a golden necktie made from the cured and laminated corpse of his very beloved and very deceased goldfish, Gloop, a variation on a security blanket that he would often chew.”
De bad guys zijn deze keer dwergen (niet te verwarren met kleine mensen). die graag hun door de mensen in de loop der eeuwen gestolen goud terug willen.
“Most dwarves were tired of everyone thinking that they spent all day lusting after gold and all night dreaming about it when they were also terribly fond of silver and diamonds.”
Eigenlijk 3½*, want beter bevallen dan de Nickel Boys; Underground Railroad vond ik echt een stuk beter.
We volgen Ray Carney in het New York van de jaren zestig, balancerend op de rand van “straight” en “bent”.
““I sell furniture.” “Nigger, please.” It was true that his cousin did bring a necklace by from time to time. Or a watch or two, top-notch. Or a few rings in a silver box engraved with initials. And it was true that Carney had an associate on Canal Street who helped these items on to the next leg of their journey. From time to time. Now that he added up all those occasions they numbered more than he thought, but that was not the point.“
Langzaamaan verschuift Ray steeds meer richting “bent” - cue allerhande gedoe met zijn neef en diverse “contacten” in New York.
Vooral een mooi beeld van het New York van die tijd, maar zit niet meteen te springen om de twee komende delen te gaan lezen...
Tsja. Wat vooral fijn aan dit boek is hoe Saunders je door een verhaal meeneemt, en je op die manier met meer aandacht een verhaal laat lezen.
“‘A man stood on the roof of a seventy-story building.' Aren't you already kind of expecting him to jump, fall, or be pushed off? You'll be pleased if the story takes that expectation into account, but not pleased if it addresses it too neatly.”
Dat werkt vooral goed in het eerste verhaal, waar je steeds 1 bladzijde van het verhaal krijgt, en dan een analyse van die bladzijde. Het is een samenvatting van lessen die Saunders geeft, en er komen wat handvatten voorbij die nuttig zijn bij het schrijven van verhalen/boeken. (Al heb ik soms het gevoel dat dingen die ‘ie bij verhaal 1 belangrijk vond, bij andere verhalen opeens minder relevant zijn?)
Maar goed dus, het zijn Russische verhalen, en ik heb kennelijk niet zoveel met Russische verhalen :-) Zoals Thomas van Luyn laatst in de VK over bebaarde Russen schreef:
“Tergende uitwijdingen over landschappen, tientallen personages wier maniertjes en lichaamsbouw vele pagina's lang werden beschreven, familiegeschiedenissen en terzijdes waarvan ik vreesde dat ik ze moest onthouden, omdat er misschien nog een overhoring kwam. De uitdrukking ‘schrijven is schrappen' was niet echt het motto van de 19de eeuw.”
Saunders zelf stipt dat ook wel aan, maar vindt het duidelijk minder een probleem :-)
“We've been waiting so very long for some singing to start. Then we get this: ‘But before proceeding with the description of the contest itself, it may be as well to say a few words about each of the characters of my story.' We feel: ‘Ivan, come on, haven't you already been doing that, like, for all of the eight preceding pages?'“
De stukjes waarin Saunders het over zijn eigen schrijven heeft zijn eigenlijk het interessantst:
“So, this moment of supposed triumph (I'd ‘found my voice!') was also sad. It was as if I'd sent the hunting dog that was my talent out across a meadow to fetch a magnificent pheasant and it had brought back, let's say, the lower half of a Barbie doll.”
Overigens vond ik niet alle verhalen even langdradig, Gogol's “De Neus” was lekker fijn ontregelend!
“Collegiate Assessor Kovalyov was not in a position to notice the smell, because he kept his handkerchief pressed to his face and because his nose itself was goodness knows where.”
Tsja. Daar zit je dan, met Daanje op een shortlist, en twee 5* reviews van dit boek in mijn “Friends” list.
Jazeker, het is zeker een tour de force - een roman waar je heel overtuigend in het leven van iemand die zijn verleden kwijt is, wordt gezogen.
“Noen voelt zich er zo schuldig en ellendig onder, hij had gemeend dat hij eindelijk zou weten wie hij was, maar hij weet alleen wie hij niet is. De man die hij in de afgelopen vier jaar zorgvuldig uit het niets heeft opgebouwd, alle handelingen die gewoonlijk zijn maandagmiddag uitmaken, en waaraan hij zich als een leuning langs een gammele trap kan vasthouden, stuk voor stuk hebben ze hun betekenis verloren, en diep in hem, duister en van de wereld losgezongen, roert de paniek zich, en de angst voor die allesvernietigende paniek komt in golven en is bijna net zo ondraaglijk als de paniek zelf.“
Maar het heeft last van waar ik bij de dromedaris ook al last van had: het had allemaal echt wel wat korter gekund. Vast niet geholpen door een fout in de ebook-versie waardoor het het hele boek lang “Time remaining in chapter: 1 minute” was, maar ik kan me weinig boeken herinneren waar het me zoveel doorzettingsvermogen kostte om door te blijven lezen, om het einde te halen.
Pas op driekwart of zo begint er een beetje beweging in te komen, om in het laatste hoofdstuk tot de clou te komen, wat is waar en niet waar van alle herinneringen die in alle pagina's ervoor over je heen zijn gestort.
5* is het zeker niet op mijn schaal (ik zou niet durven het cadeau te doen :-), lang getwijfeld over 4, maar uiteindelijk het feit dat ik het niet met plezier (min of meer) in 1x heb uitgelezen (en als je het even hebt laten liggen kost het weer wat moeite om er in te komen) toch op 3 uitgekomen. Prachtig verhaal, vernuftige plot, dat wel...
“En hij legt zijn hoofd in zijn nek en tuurt naar de ingewikkelde gietijzeren constructie die het glazen dak draagt, en de grond trilt onder zijn voeten en een donderend geluid vult de ruimte en krijst en scheurt door hem heen en het slorpt hem op, en hij is een afgrijselijk duistere leegte als een nacht zonder einde, en tegelijkertijd is hij ook degene die constateert dat het klamme zweet hem uitbreekt, en die de man veracht die niet het fatsoen kan opbrengen om kalm naast haar op het bankje te blijven zitten, de man die ineenkrimpt en zijn knieën optrekt en als een krankzinnige zijn hoofd in zijn armen verbergt, en die bibbert en naar adem hapt en zo bang is, zo bang, en het donderende gedreun gaat over in fluitend gesis en dan in zacht gesuis, en hij weet, het is een locomotief, hij is op een station, het is een locomotief, maar zijn lichaam blijft trillen en zijn hoofd is boordevol leegte, er kan geen redelijke gedachte bij.”