Weird. Heel weird. Aanrader!
“It's one thing to be a small country, but the country of Inner Horner was so small only one Inner Hornerite at a time could fit inside, and the other six Inner Hornerites had to wait their turns to live in their own country while standing very timidly in the surrounding country of Outer Horner.“
“Even though Little Andy was the youngest Inner Hornerite, he had an acute probing intelligence that the Inner Hornerites all respected, an intelligence probably related to the fact that he had two distinct functional brains, one on the side of his neck and the other on his hip, with a shiny yellow Decider located midway between them.”
Niet altijd meteen duidelijk waar elk van de verhalen zich afspeelt, en wie wie is, een prachtige diverse verzameling verhalen. Van een dystopisch, sci-fi achtig verhaal over mensen? robots? opgeprikt aan de muur? die een historisch drama verbeelden
All Speaking stops, all Singing stops. As instructed by Mr. U., we go limp, stand motionless, hang our heads, there upon the Speaking Wall. At Podium, Mr. U. also hangs his head. He does not need to turn to know what Company thinks. He knows. We know. We know very well how powerful we have been. Company rises to its feet, its wild enthusiasm seeming impatient that its only path into the world is via these limited, applauding, middle-aged bodies.
tot een moeder die een tikje aan het doordraaien is.
God, the hours of her life she'd spent trying to be good. Standing at the sink, deciding if some plastic tofu tub was recyclable. That time she'd hit a squirrel and circled back to see if she could rush it to the vet. No squirrel. But that didn't prove anything. It might have crawled off to die under a bush.
(Merkwaardig, in het lijstje met alle boeken op de “read” plank zie ik The Nix, zijn vorige boek, staan met de sterren die ik gaf, klik ik daar op door doet Goodreads suggereren dat ik er sterren aan gehangen heb?)
We volgen Jack en Elizabeth, vanaf het moment dat ze elkaar tijdens hun studies tegenkomen, tot veel later, als ze een kind verder zijn en net hun “forever home” gekocht hebben.
“It is an odd feeling, to sense one's aliveness, for perhaps the very first time, to understand that life up until this point was not being lived, exactly; it was being endured.“
Waar ze in het begin soulmates zijn, elkaar volledig begrijpen, is de situatie twintig jaar later anders: ze leven een beetje langs elkaar heen, en er is genoeg om je aan te ergeren bij de ander.
“Elizabeth consistently implied that she'd like him to do more of the meal prep, and yet she also kept a ten-day rolling menu in her head, deviations from which caused her great aggravation. It was like she wanted him to contribute, but only in the exact and precise and singular way she imagined but never once articulated.“
Schakelend tussen beiden krijg je door flashbacks een beeld hoe het zo ver gekomen is, terwijl ze in het heden ieder op hun eigen manier proberen de boel weer beter te krijgen (maar was dat het toen wel?)
“Jack keyed all this into his phone—slowly, as he had never mastered typing on his phone the way he saw Toby doing it, with two thumbs and at blazing speed—hoping that the app would have some kind of magic answer for him, some solution to the problem of his stagnant career. It sent him a coupon for a seminar he could take to become a Realtor. Which, okay, fair enough.“
Vlot boek, maar uiteindelijk enigszins gehinderd door een aantal hoofdstukken tussendoor die een beetje aanvoelen als hoorcolleges, over onder meer zoekmachines, placebo's en wappies. (Hill schrijft in de bibliografie: “One of the great joys of writing a book is that it gives me permission to explore the various odd things that grab my attention, to dive deeply into those subjects that puzzle, amuse or amaze me. This book has many such deep dives.” - de vraag is natuurlijk eigenlijk waarom een roman als deze een bibliografie heeft :-)
Verder zou Hill best wat meer “show, don't tell” mogen toepassen...
Verhaal over 8-jarig meisje en haar nuchtere (leraar, Mr Science guy op TV) vader en nogal fladderige moeder (licht instabiel). Ook geschreven als een 8-jarige, en al is dat voor even wel leuk, en is het gelukkig niet een continu ‘en toen...', zo ging het na verloop van tijd wel voelen. Beetje te vermoeiend.
De twee eerdere boeken van Trent Dalton maakten hem min of meer een must-read schrijver op mijn lijstje.
“Marko left Croatia when he was fifteen, but his Croatian accent never left him. He spells it all out for me again because I'm still just a Bracken Ridge rube, a little too slow on the uptake. ‘I. Make. Love. To. Strangers. And. Strangers. Give. Me. Money.' ‘Like a gigolo?' He pats my shoulder like he's a kindy teacher and I just cut a straight line with the safety scissors.”
Dit boek is heel anders, geen roman. Aan het begin van Corona erft Dalton een ouderwetse typemachine, en om bezig te zijn gaat hij ermee op een kruispunt in Brisbane zitten, met een poster “Can you please tell me a love story?” (je moet maar durven ;-)
“[...] to marvel at the earth-shrinking powers of the internet and still live long enough to find out what it feels like to be a century old and have someone sneeze over the supermarket avocado bay during a global Covid-19 pandemic.”
De zeer gevarieerde verhalen worden mooi aan elkaar en door elkaar verweven, en geven de pessimistische mens dan toch weer een sprankje hoop.
“Bob wears a rust-coloured North Face cap over long rust-coloured hair and has a Viking beard so bushy a grandchild could lose a lollipop in it.”
Michel de Montaigne, een Franse filosoof uit de renaissance, schreef een verzameling “essais” die de vraag proberen te antwoorden over hoe te leven.
“‘Don't worry about death' became his most fundamental, most liberating answer to the question of how to live. It made it possible to do just that: live.“
Een ongeluk met een paard waarbij hij bijna het loodje legt, legt de basis voor de zeer uiteenlopende stukken die hij in de jaren er na zal gaan schrijven. Soms korte stukken, soms lange, en in de loop der jaren zal hij blijven schaven aan eerder geschreven stukken (zodat er meerdere edities van de de Essais zullen ontstaan, die af en aan bejubeld en verguisd zullen worden in de eeuwen er na).
“His writing is full of things, Montaigne pointed out. If Plutarch wants to tell us that the trick in living well is to make the best of any situation, he does it by telling the story of a man who threw a stone at his dog, missed, hit his stepmother instead, and exclaimed, ‘Not so bad after all!' Or, if he wants to show us how we tend to forget the good things in life and obsess only about the bad, he writes about flies landing on mirrors and sliding about on the smooth surface, unable to find a footing until they hit a rough area.“
Dit boek beschrijft het leven van Montaigne, en zijn ideeën aan de hand van de vraag “Hoe te leven” en daarop twintig mogelijke antwoorden die steeds een ander aspect van Montaigne bespreken. Soms net wat te veel overlap in de hoofdstukken, maar het geeft een fascinerend beeld van deze filosoof.
“Our zeal does wonders when it is seconding our leaning towards hatred, cruelty, ambition, avarice, detraction, rebellion. Against the grain, toward goodness, benignity, moderation, unless as by a miracle some rare nature bears it, it will neither walk nor fly.”
“Women are sublime. No wonder I am a lesbian.“
Omdat het wat minder chronologisch hoefde is deze leuker dan haar tijdens corona geschreven biografie. Ik zou het niet erg vinden om in haar adressenboekje te staan (met ruim 11000 contacten :-) - ze lijkt oprecht in veel mensen geïnteresseerd en probeert met iedereen contact te houden.
“ I used to sit on my front steps and call out to those walking past. I would ask my neighbours where they were going and strike up conversations of surprising intimacy with complete strangers. My favourite targets were dog owners, old people and cripples – all people who couldn't move fast enough.“
Verwacht niet een politiek correct boek, naast ruim aandacht voor sex krijgen ook de Tories in de UK het flink om hun oren...
“I used to leave a list on the kitchen table, to remind a potential lover about the order in which my body liked to be touched. Number One: TITS FIRST. My breasts had to be wooed before I was. Only much later on did below-the-waist excitements feature. I like a slow boil and those frenzied romantic shedding of clothes in films always worried me. Suppose you rip off an important button? What nonsense.“
Fijn semi-historische roman, over een gezin dat vanuit Winterswijk naar lonkende Amerika emigreert. Het allerlaatste stukje van de reis, naar Sheybogan, Wisconsin, over Lake Michigan eindigt echter in rampspoed - het schip, volgepropt met landverhuizers, vergaat, en de hoofdpersoon, de acht-jarige Abel is de enige overlevende van het gezin.
Interessante inkijk hoe dat er toen aan toeging, die landverhuizingen (waarbij de vraag wordt opgeworpen wie daar eigenlijk met name baat bij hadden) en een mooie beschrijving van een land dat op weg is naar een burgeroorlog.
Grootte minpunt: dit is het eerste deel van een trilogie, dus het eindigt me een beetje te abrupt :-)
Toch maar eens een paar tenen in Discworld gestoken, eens kijken hoe het bevalt.
“The Discworld offers sights far more impressive than those found in universes built by Creators with less imagination but more mechanical aptitude.“
De serie is zodanig uitgebreid dat er zeer uitgebreide verhandelingen zijn over de beste volgorde waarin ze gelezen moeten worden... Uiteindelijk toch maar gekozen voor de publicatie-volgorde. Na twee delen weet ik nog niet hoeveel ik blijf doorlezen (af en toe eentje als vuller denk ik), en vermoedelijk ook niet in deze volgorde (“Death” is een fascinerend karakter...)
“Look at him. Scrawny, like most wizards, and clad in a dark red robe on which a few mystic sigils were embroidered in tarnished sequins. Some might have taken him for a mere apprentice enchanter who had run away from his master out of defiance, boredom, fear and a lingering taste for heterosexuality.“
Als je de Hitchhikers Guide kon waarderen zeker geen tijdsverspilling!
Net geen 4*. Meer van hetzelfde, maar het voelt nu wat gepropter aan, alles moest min of meer netjes worden afgerond (zie ook bij deel 5 ;-)
Wat begint als een soort van biografie over een paar schrijvende zussen (gemodelleerd op de Bronte-zussen) gaat via verder in de toekomst spelende hoofdstukken naar een klokkenmaker en wetenschapper in de huidige tijd. De hoofdstukken zijn op vele manieren met elkaar verweven, soms subtiel, soms heel erg niet subtiel. De verhalen worden afgewisseld door fragmenten uit een aantekeningenboekje van een van die schrijvende zussen, en “hoofdstukken” uit biografen die later diverse boeken over de zussen hebben geschreven (waarbij je dit boek zelf wel weer als een meta-biografie kunt beschouwen :-)
De zussen worden steeds minder het onderwerp, en geloof [in God of jezelf], relaties en tijd krijgen steeds meer de boventoon. Niet alle draadjes worden aan het eind netjes afgehecht, maar door goed op de details te letten kan je een hoop “gaten” in de vorige hoofdstukken wel invullen.
Net geen 5*, daarvoor viel het boek op een paar plaatsen nog net teveel in herhaling (wéér twee zussen met een niet heel gezonde onderling relatie, wéér ...), en het taalgebruik vond ik ook niet altijd even lekker lopen (“Ze zullen samen gaan, zo wordt besloten, en Léon Rousselet waarschijnlijk raadt hun vader af om zijn dochter mee te nemen.”). De laatste twee hoofdstukken maken overigens weer een heleboel goed...
“Wat een vreemde cirkelredenering is, zegt zij, zoiets als het bestaan van een dromedaris aantonen, niet door er een te vangen en te bestuderen, maar door een koe te beschrijven, en via een ingewikkeld betoog te verklaren waarom bij deze dromedaris de bult onder de buik hangt en niet op de rug is gegroeid, en waarom hij hoorns heeft en boe zegt, en wat niet zoal, net zolang totdat in de belevenis van mensen een koe een dromedaris is geworden. En stuit iemand vervolgens op een echte dromedaris, dan houden de kenners vol dat het geen dromedaris kan zijn, want kijk maar, zeggen ze, lees de beschrijving.“
(hoe de ooievaar een rol speelt mag je zelf achter komen ;-)
Deel twee. Wederom fijn proza, maar kreeg toch het gevoel dat er teveel overlap is met deel één. Dat deel gaat met name over het pensioen van Old Filth, dit deel over het begin van zijn carrière en zijn huwelijk.
“She had some fat cakes and offered one to her visitors, who accepted, purely out of politeness. And also because nobody could resist a fat cake, even after having recently eaten a large slice of Mma Potokwani's rich and filling fruit cake. But that was not mentioned, as there was no need to do so.”
Blijven prima tussendoortjes. Het wordt wel steeds meer een vehikel om levenswijsheden de wereld in te sturen, het lijkt alsof er steeds minder detectivewerk wordt verricht...
“Beans had plenty of fibre – and fibre, everybody said, was a good thing. Fibre kept you regular, which, even if we did not like to talk about it, was so important, because not being regular always made people look unhappy.”
Kwam er achter dat de presentator van de “The Anthropocene Reviewed” podcast (aanrader) dezelfde is als de schrijver van diverse YA boeken. Dat was een beetje een disconnect, dus maar eens een boek geprobeerd.
De levens van twee Will Graysons kruisen elkaar (uiteindelijk) in een pornowinkel. De Wills werden ieder door een andere auteur geschreven, waarbij ze om en om steeds een hoofdstuk deden. Over liefde in allerlei vormen, en eigenlijk vooral over Tiny Cooper, “not the world's gayest person, and not the world's largest person, but I believe he may be the world's largest person who is really, really gay, and also the world's gayest person who is really, really large.”
“Will Christians be saved, too, or is this only the Jewish end of the world? It isn't clear.”
Een voordeel van blanco aan een boek beginnen is dat je je fijn kan laten verbazen. Het vorige boek van Tokarczuk dat ik gelezen heb, Drive Your Plow Over the Bones of the Dead, was goed bevallen (eerst als boek, toen de film en tot slot ook als toneelstuk).
Het nadeel van blanco aan een boek beginnen is dat van niks weet, niet heel bewust hoe dik het is (gelezen als ebook tenslotte), of het zware kost gaat zijn of niet, ...
Als ik dan enigszins worstelend door het boek aan het gaan ben, niet geholpen door een hoop woorden waar je eigenlijk niet weet wat ze betekenen (en het ingebouwde woordenboek komt gelukkig een eind), lastige Joodse en Poolse namen (niet geholpen door dat een deel van de karakters halverwege het boek van naam verandert...), in de Volkskrant dan deze aanbeveling van Ilja Leonard Pfeijffer lees, wordt een hoop duidelijk :-)
“Een vergelijkbaar soort heilzaam ongemak ervoer ik bij de lectuur van de megalomane historische roman over de zelfverklaarde Joodse messias Jacob Frank. De magistrale roman De Jacobsboeken van Olga Tokarczuk (fantastisch vertaald door Karol Lesman) vormt een universum van duizend pagina's dat deel van mij is geworden. Het is hardcoreliteratuur: vervreemdend en veeleisend, ambigu en traag, rijk en verbluffend. Schitterend is het hoe Tokarczuk haar historische setting heeft gestoffeerd met details en vooral met gedachten en obsessies die niemand vandaag de dag nog zou hebben. Het is een roman over zingeving, die zijn verontrustende uitwerking ontleent aan de zorgwekkende ontwikkeling die de protagonist doormaakt, die hem steeds meer vervreemdt van de sympathie van de lezer.”
In de vakantie stug doorgelezen, en uiteindelijk kom je er wel steeds beter in, en lijkt het steeds sneller te gaan. Mogelijk dat de tweede helft van het leven van Jacob ook een stuk interessanter wsa dan de eerste helft ;-)
De hele geschiedenis met deze Joodse groep die zich afsplitst op basis van enigszins onduidelijke argumenten (dat zal mijn niet-religieuze opvoeding wel zijn) is fascinerend. Het langzaamaan ontsporen van Frank, en de behoorlijk sekte-achtige trekjes maken het alleen maar vreemder.
“The Lord does not care to have infants around him, which is why expectant women are sent away from the court, back to their families in Poland, unless the Lord, who sometimes likes to suck their milk, determines otherwise.”
Misschien is deze constatering die door een buitenstaander aan het eind wordt gedaan toch wel een rake:
“‘Well I think,' says Doctor Reichelt, who was there during Jacob Frank's illness, ‘that this entire messianic movement is a rather complicated form of extracting money from naïve Jews.'”
Maar goed, het boek had echt wel wat dunner gekund, daarom een * aftrek.
She was wearing jogging bottoms and a matching top in garish green which had en vogue emblazoned across the front, as though saying it in French made it true.
Na (erg grappig) eerder luchtiger werk, nu eentje over Section 28, een wet van Thatcher tussen ca 1990 en 2000 waarmee het op Engelse scholen verboden was om te doen aan “promotion of homosexuality”.
Jongen op middelbare school krijgt een “illegaal” van de schoolbibliothecaresse (in een onschuldig kaft) en komt er via aantekeningen in de marge achter dat hij niet de enige is die “zo” is. Een wat langzame correspondentie komt zo op gang...
Geschiedenis is toch wel vaak wat stappen voorwaarts, weer wat stappen terug...
No, no. It can't be true, what her aunt has just told her. Nobody is dead. It's a word, that's all. She looks at the word, lying there on the desk like an insect on its back, with no explanation.
Prachtig boek dat aan de hand van vier sterfgevallen in dezelfde familie de roerige geschiedenis van Zuid Afrika tijdens en na de apartheid over vier decennia invoelbaar maakt.
For there is nothing unusual or remarkable about the Swart family, oh no, they resemble the family from the next farm and the one beyond that, just an ordinary bunch of white South Africans, and if you don't believe it then listen to us speak. We sound no different from the other voices, we sound the same and we tell the same stories, in an accent squashed underfoot, all the consonants decapitated and the vowels stove in. Something rusted and rain-stained and dented in the soul, and it comes through in the voice. But don't say we never change! Because guess who else is there in the front pew, an honorary kinswoman today. See how far we've come in this country, there's the black nanny, sitting with the family!
De belofte uit de titel is de belofte die de vader doet aan het sterfbed van de moeder, dat hun (zwarte) hulp het eigendom zal krijgen over het huisje waar ze al jaren in woont. Die belofte wordt in de komende decennia steeds weer niet ingewilligd, om diverse smoezen en redenen. De jongste dochter hoort (denk te hebben gehoord?) en lijkt de enige die zich hier druk over maakt.
Anton can see a black man in the next bed, bandaged up like a mummy. Verwoerd must be spinning in his grave, can't believe they haven't changed the name of the hospital yet. The man groans aloud from inside his wrappings, not quite a word, unless it's in a foreign language, the language of pain. Apartheid has fallen, see, we die right next to each other now, in intimate proximity. It's just the living part we still have to work out.
Aanrader!
Fijn tussendoortje over een niet-zo-normaal weeshuis en haar bewoners.
““Oh dear,” Linus Baker said, wiping the sweat from his brow. “This is most unusual.” That was an understatement.”
Een niet-zo-belangrijke, maar zeer consciëntieuze ambtenaar van het ministerie van magische zaken (afdeling jeugd) wordt op een geheime missie gestuurd om een van de staatsweeshuizen te onderzoeken.
“Possibly he'd be forced to leave early and have his pay docked. Or perhaps he'd have to stay later than normal and still have his pay docked. At worst, he'd be fired, his professional life would be over, and he wouldn't have any pay to get docked ever again. He couldn't believe it was only Wednesday. And it was made worse when he realized it was actually Tuesday.”
Een soort coming-of-age verhaal, maar dan met name voor Linus, een veertiger met een zwembandje.
Ik kan me voorstellen dat het inderdaad even duurt voordat je de moed hebt een vervolg te schrijven op een zo'n goed ontvangen (en geschreven) boek. Deel 1 was helaas beter, een mooiere emotionele boog. Sáenz kan echter prima schrijven, en dat zie je ook in dit boek. Zijn dichter-zijn sijpelt fijn door in zijn romans.
Een deels verloren gegane Griekse fabel over een herder die graag naar de “city in the sky” wil (“Cloud Cuckoo Land”), verbindt de verhalen van de vijf hoofdpersonen over drie tijdsperiodes.
““Ouch, ouch,” I cried, “my lip!” The fishermen had eyes like lamps and hands like fins and penises like trees and they lived on an island inside the whale with a mountain of bones at its center. “Unhook me,” I said. “I'm hardly a meal for men as strong as you. Besides, I'm not even a fish at all!” The fishermen looked at each other and one said, “Is that you talking or is that the fish?” They carried me to a cave high on the mountain where a disheveled castaway wizard had lived for four hundred years and taught himself how to speak fish. “
In de 15e eeuw leert een weeskind (in een klooster in Constantinopel) zich in het geheim lezen aan de hand van een gestolen exemplaar van de fabel - gestolen met behulp van een ossendrijver die deel uitmaakt van het door de Ottomanen gestuurde leger om Constantinopel in te nemen.
“Anna and her older sister, Maria, sleep in a one-window cell barely large enough for a horsehair pallet. Between them they own four copper coins, three ivory buttons, a patched wool blanket, and an icon of Saint Koralia that may or may not have belonged to their mother. Anna has never tasted sweet cream, never eaten an orange, and never set foot outside the city walls. Before she turns fourteen, every person she knows will be either enslaved or dead.“
In de 20e eeuw probeert Zeno Ninis een toneelvoorstelling van de fabel te organiseren voor kinderen in de plaatselijke bibliotheek. Tegelijkertijd is de uil-minnende puber Seymour onder invloed geraak van eco-terroristen en wordt op pad gestuurd om de bibliotheek op te blazen.
““Mr. Ninis?” Rachel is tapping Zeno's shoulder. Her red hair is pulled back in braided pigtails and snow has melted to droplets on her shoulders and her eyes are wide and bright. “You built all this? For us?”“
Tot slot, ergens in de 22e eeuw wordt Konstance door haar vader voorgelezen uit de fabel. Ze is aan boord van een ruimteschip op weg naar een verre planeet, maar is al gauw de enige overlever na het uitbreken van een virus.
Niet alleen de fabel is een verbindende factor, ook blijken de verhalen uit 20e en 22e eeuw aan elkaar gekoppeld. Zoals bekend hou ik wel van dit soort geconstrueerde boeken, en deze viel daarin niet tegen.
Was Hamnet een heel fijn boek waarin we vanuit eens een ander perspectief naar een stukje geschiedenis keken (de vrouw van Shakespeare), dit is wederom een heel fijn boek waar we vanuit eens een ander perspectief naar een stukje geschiedenis kijken (Lucrezia, het kindbruidje van de hertog van Ferrara).
Eigenlijk had haar zus met hem moeten trouwen, maar die gaat vlak voor het geplande huwelijk (gelukkig?) dood. Niet lang daarna constateert Lucrezia, die vooral voor nageslacht moet gaan zorgen, dat zij ook binnenkort dood zal zijn.
“Her husband is sitting down, not in his customary place at the opposite end but next to her, close enough that she could rest her head on his shoulder, should she wish; he is unfolding his napkin and straightening a knife and moving the candle towards them both when it comes to her with a peculiar clarity, as if some coloured glass has been put in front of her eyes, or perhaps removed from them, that he intends to kill her.“
“How will he do it? Part of her would like to ask him this. The knife in a dark corridor? His hands about her throat? A tumble from a horse made to look like an accident? She has no doubt that all of these would fall within his repertoire. It had better be done well, would be her advice to him, because her father is not someone who will take a lenient view of his daughter's murder.“
We schakelen tussen vlak voor het huwelijk, vlak na het huwelijk, en wat verder in de tijd, als er een portret van de bruid geschilderd moet gaan worden. Meer en meer blijkt dat de hertog een man van meerdere gezichten is... Op haar wordt de druk om kinderen te krijgen steeds een beetje opgevoerd.
“She is given a new herbal preparation, this one with an acidic aftertaste and a yeasty smell. The doctor instructs that she be allowed to sketch babies, no more than once or twice a day. Strong, healthy babies, he says, and male.“
De spanning wordt langzaam opgevoerd - is zij nou gek, is hij gek? Op het moment dat je denkt dat het over is, weet het O'Farrell er toch nog een behoorlijk onverwachte draai aan te geven :-)
“He would have meant to say, ‘beautiful duchess', not ‘first duchess', because ‘first duchess' makes no sense, none at all: it sounds as if he believes there will be others, in the years to come. And that in itself is so wild, so strange a notion, as to be impossible. He meant ‘beautiful' all along. She is certain of it.“
Een kort verhaal van een van mijn favoriete schijfsters, in opdracht van Amazon, dus of het ergens anders te lezen is, is niet helemaal duidelijk.
Fantastische beschrijving van het leven van Pamela, wiens man haar heeft ingeruild voor een jonger exemplaar.
“‘If you can't say anything nice,', she had tutored her own children, Amy and Nicholas, ‘then don't say anything nice at all.'. ‘Jesus, Mother,' Any had said, ‘you're such a fucking marshmallow'. Take out the obscenity and stick on an exclamation mark and it was almost (bot not quite) a compliment.”
Ze is nogal saai, maar daar komt aan het einde opeens verandering in – zoals van Kate Atkinson te verwachten was een fijne plotwending/twist aan het eind.
“Pamela wanted to die with her own hips and her own teeth, beyond which she didn't have much of a goal.”
De dokter uit de titel was een man die twee-handig was, en daarmee simpelweg twee patienten tegelijk een lobotomie kon geven, met een icepick in iedere hand, en dan een beetje goed mikken bij de oogkassen.
“The lobotomy had its own hazards, including infections. Freeman always pooh-poohed what he called “all that germ crap,” and often operated without gloves or a face mask. On one occasion, two inches of steel actually broke off inside a patient's brain, necessitating a run to the emergency room.”
Boek dat diverse cases uit de wetenschap beschrijft waar de wetenschappers onbewust of bewust de regels der ethiek overschreden, all for the greater good, plus vaak bruggetjes naar het nu, zodat we niet vergeten dat het nu ook nog steeds heel makkelijk is om in de fout te gaan.
Tot slot een verkenning over wat in de toekomst fout zou kunnen gaan, dat voelt allemaal een beetje onwaarschijnlijk, maar:
“But the future probably always seems outlandish from a distance. If you'd told someone in 1900 that people today would be using boxes of electrons to steal cash from banks or graft their ex-girlfriends' faces into revenge porn, that would have seemed pretty crazy. Yet here we are.”
Tsja, een “bold and brilliant short work of experimental fiction”, aldus Goodreads. Zitten dubben of het een 2* of een 3* moest worden (het was een cadeau tenslotte! ;-), maar uiteindelijk toch mij iets teveel experimental, zeker (met name?) niet geholpen dat ik te weinig van Francis Bacon weet om vervolgens deze korte verhalen op hun waarde te kunnen schatten. Als het boek dan weer overeenkomsten heeft met zijn werk verklaart dat mogelijk een beetje: de schilderijen van Bacon ogen fascinerend maar roepen ook niet weer de behoefte op om er eens een paar “in het echt” te gaan bekijken...