Het schijnt een hype te wezen, dit boek. Werd er niet echt door gegrepen, dit verhaal over een Charles Manson achtige sekte.
Een stelletje hillbillies op de onderste tree van de maatschappelijke ladder wordt door omstandigheden (het leek allemaal zo simpel in het begin) een van de meest gezochte groep misdadigers van Amerika. Daarnaast een boer die ook aan lager wal is geraakt, een legerkamp dat zich op de eerste wereldoorlog aan het voorbereiden is, een act met een aap, en een hoerentent.
Eigenlijk meer richting 3,5*, maar door een paar uitschieters naar boven afgerond.
Een wat oudere bundel met korte verhalen, geschaagd door twee verhalen over vriendinnen Charlene en Trudy. Het boek begint prachtig:
“‘I want,' Charlene said to Trudi, ‘to buy my mother a birthday present.' ‘OK,' Trudi said.
‘Something I can put in the post. Something that won't break.'
Trudi thought about some of the things you could put in the post that might break:
A crystal decanter.
A fingernail.
An egg.
A heart.
A Crown Derby teapot.”
Al vrij snel blijkt dat het geen “normale” verhalen zijn:
“The receptionist had strawberry-blond hair, coiffed extravagantly. She appeared to have a Heckler and Koch MP5A3 9mm sub-machine gun under her desk. “
Zoals gebruikelijk is Atkinson zeer aangenaam om te lezen, met fijn taalgebruik. De rode draad door alle verhalen zijn wel de (hier niet altijd even) mythische Goden zoals Artemis en Poseidon. Ondanks deze rode draad, en diverse onderlinge verwijzingen en verbanden tussen de verhalen, zijn ze toch ook niet allemaal even beklijvend (dat je soms even moet terugzoeken, heb ik nou eerder deze naam gezien, en wie was dat dan ook alweer?). Een paar verhalen springen er uit, bijvoorbeeld die over het jongetje met iets te bolle ogen, en die over Missy, een soort Mary Poppins achtige nanny.
“He certainly didn't resemble his mother, at least not in any major particular, perhaps in the whorl of an ear, the oval of a nostril, nothing too relevant.”
Uiteindelijk zit in het laatste verhaal toch nog wel een aardige twist verborgen waarmee alles nog net wat meer aan elkaar verbonden wordt.
Een Amerikaanse professor in de linguïstiek is onderweg om de as van zijn grootvader in Ierland op te halen als hij een mysterieuze, nogal geheimzinnige, vrouw tegenkomt (druk doende een lekke band te repareren). Zij blijkt een beroemde actrice die jaren geleden spoorloos verdwenen is.
Vanuit dit uitgangspunt springt O'Farrell vervolgens heen en weer in tijd en gezichtspunt, om uit te doeken te doen hoe dat zo gekomen is, en om de achtergronden van beiden langzaamaan steeds scherper te krijgen. Daniel die zijn gezin in de steek liet om naar Ierland te verhuizen, Claudette die op het hoogtepunt van haar roem haar echtgenoot en carriere in de steek laat.
Het voelt als een veel grotere roman dan Hamnet en The Marriage Portrait leken, maar ook dit eerdere werk is erg fijn om te lezen.
“My wife, I should tell you, is crazy. Not in a requiring-medication-and-wards-and-men-in-white-coats sense – although I sometimes wonder if there may have been times in her past – but in a subtle, more socially acceptable, less ostentatious way.“She puts her hand on my leg, just within the bounds of decency, and whispers, ‘I'll miss you.' As a linguist, it's a revelation to me the number of ways two adults can find to discuss sex without small children having the faintest idea what is being said.“ “I say ‘alone', when actually I was accompanied by my grandfather, who was sporting a small, taped cardboard box and occupied the passenger seat of the hire car. He and I got along very well, which was not quite how I remembered it when he was alive.“ “That's how you feed an infant, isn't it? They are supposed to bend in the middle somehow and use your body as a kind of chair but this one doesn't seem to bend. She is rigid, livid, stricken. Maeve has got herself a non-bending baby.“
Moeilijk, moeilijk, moeilijk.
Niet alleen het bedenken van hoeveel sterren uit te delen, ook het boek zelf had zo zijn uitdagingen. Maar ja, Kate Atkinson! Wel een vroege, dat verklaart misschien waarom dit boek niet de snaar raakte waar latere boeken wel kwamen.
Haar handelsmerk is het nadrukkelijke construeren van de structuur van een boek, en deze is niet anders: moeder en dochter vertellen elkaar afwisselend een verhaal (de dochter over haar leven op de universiteit, de moeder over haar afkomst), en in die verhalen worden weer verhalen geschreven (dochter volgt onder meer creative writing als vak).
“He was prone to the usual obsessions and delusions of boys his age – the Klingons, for example, were as real for Bob as the French or the Germans, more real certainly than, say, Luxemburgers.”
“‘Everything? That's a lot of stuff.' ‘You sound like your boyfriend,' Robin said petulantly. Bob gave me a perplexed look. ‘That's you,' I explained.”
Bij het nalezen van wat reviews kwam ik er achter dat in dit geval een hardcopy mogelijk wel beter werkt, gezien dat de Kindle-versie niet alle verschillende lettertypes bleek te hebben getoond die daar wel worden gebruikt, om de diverse verhalen van elkaar te onderscheiden; then again, misschien was het daardoor net weer wat uitdagender :-)
Alles loopt continu door elkaar heen waarbij je op gegeven moment je gaat afvragen of niet gewoon alles verzonnen is. Uiteindelijk komt een hoop aan het einde weer bij elkaar, maar het vergt enig doorzettingsvermogen om daar te komen...
“I thought that The Adventures of Anthea would be a good title for an English pornographic film – the kind that involves a lot of window cleaners and innuendo but not much actual sex.”
Onderweg vele bijzondere typeringen van de personages, en af en toe bijzonder grappig (het “hoofdstuk” over de oppas-avond van de dochter bijvoorbeeld). Maar uiteindelijk niet de meest geschikte Atkinson om mee te beginnen (als je dat doet wel denk ik blijven doorlezen om in de flow te komen/blijven, en als het dat niet doet [beginnen] is het ook niet reuze-erg)
“I was distracted suddenly from these pleasant thoughts by noticing that, like the eyes in certain portraits, Heather's nipples seemed to have the uncanny ability to follow you round the room. This is the kind of observation that once made, cannot be unmade. Unfortunately.”
Maar goed, 3* dus, met zo af en toe 4*.
Mooi boek over de spagaat waar je als bekende Soviet in kon komen zitten als je zowel gewoon wilt overleven als je eigen muziek wil blijven componeren. Soms zeer absurd (het wachten bij de lift, met je koffertje), maar zeer invoelbaar.
Direct gelezen na “A Place of Greater Safety” – overlap in personages, maar een heel ander gezichtspunt/verhaal :-)
Mwoah, viel toch een beetje tegen. Combinatie van “dagboek”, getuigenverslagen dat een drievoudige moord in Schotland beschrijft, in een min-of-meer horigen-dorp. Alhoewel dat deel van de opzet is, kwam het dagboek toch te ongeloofwaardig als “echt gebeurd” over, schrijfstijl past slecht bij te schrijver ervan.
Nog nooit van de schrijfster gehoord (en ook vergeten hoe dit boek op mijn to-read lijstje was gekomen) maar een zeer fijn leesbaar verhaal over identiteit. Eigenlijk te kort, maar ook weer niet. Niet geschikt voor mensen die een waterdicht afgerond verhaal willen.
Er zaten misschien nog wat teveel cavia's in mijn hoofd, maar alpaca's blijken niet echt een alternatief. Matig uitgewerkt idee, leest vooral als een korte-verhalen-bundel met cruft tussen de verhalen. De (toch wel onverwachte) twist in de cruft maakte dat niet goed.
Misschien beter als boek in een leesclub?
Tijdens het lezen net iets te vaak het gevoel dat ik iets mis in betekenis en achtergrond, al zijn de post-Brexit stukken erg mooi.
Maar mijn kennis van vrouwelijke pop-art kunstenaars schiet mogelijk wat te kort, en de droom-scenes lijken me heel geschikt om eens met iemand over te praten :-)
Fijn who-dunnit-achtig verhaal over een chirurg die probeert een verleden te vergeten, een walvisvaarder die weinig in zit over zijn eigen verleden. Het begint meteen al goed met de eerste dode in het eerste hoofdstuk, en dan zijn ze nog niet eens uitgevaren...
Met een mooi “het zal toch niet?” einde :-)
Over octopussen en hun familieleden, en in hoeverre ze een bewustzijn hebben, en (spoiler ;-) hoe dat dan ontstaan (want onafhankelijk van bv de onze). Fascinerende weetjes over octopussen, zoals dat hun hersenen over hun poten verspreid zitten, en die poten een enigszins eigen wil hebben, waarbij het centrale brein het nog een beetje probeert aan te sturen.
Mooi boek. Prachtig begin over hoe een moeder zichzelf uit het leven van haar zoon verdwijnt.
In de loop van het boek steeds meer de kant van de moeder opgetrokken, en verder weg van de zoon. Mooie beschrijvingen van de studentenrellen in Chigago in 1968, met een fijne gastrol voor Allen Ginsberg (“Ommmmmmmmmm”!)
Enige minpuntjes (en daarom geen 5*): einde te netjes is, iets teveel “happy ending” (al is dat een geheel verkeerde beschrijving voor het einde :-); iets teveel “cruft” rondom de zoon met een aantal personages die niet heel veel toevoegden; misschien iets teveel een zo-moeder-zo-zoon gefilosofeer op het eind.
Lanny beviel heel goed, The Death of Francis Bacon een stuk minder. Deze maakte dat laatste dan weer goed :-)
Het spelen met taal, de soort van stream of consciousness van niet-mensen die in Lanny enigszins vervreemdend is, en mooi werkt, is hier ook al in een vorm aanwezig. Vader en twee zoons verliezen hun moeder, en Kraai klopt aan om ze door hun rouwproces heen te helpen.
“We will never fight again, our lovely, quick, template-ready arguments. Our delicate cross-stitch of bickers.”
Weten wie Ted Hughes en Sylvia Plath zijn is niet per se nodig, maar helpt wel... (De vader is een Ted Hughes scholar, en is bezig met een boek over de gedichtenbundel Crow van Ted Hughes)
“Eugh ... you sound like a fridge magnet.”
Laatste deel maakt de cirkel compleet naar hoe deel één begon, al is de verklaring voor dat begin niet heel bevredigend.
Dit deel gaat wat sneller door de tijd, jaren 80 tot de eeuwwisseling.
Geestelijke ontsporing, enige paranoia, en een persoonlijk drama maakt dit deel na deel 1 het interessantste.
In het begin leek het wat teveel op een Harry Potter rip-off (tovenaarsleerling, school, aartsvijand, betweterige mede-leerlinge) maar dat verdwijnt snel op de achtergrond als een squirrel cat zich bij de hoofdpersoon voegt, een soort reuze vliegende eekhoorn met een te grote mond (letterlijk en figuurlijk).
“I started to object and then realised I was coming perislously close to entering into a debate with a creature who most likely greeted other members of his species by sniffing their backsides.”
Volgens de binnenflap “het meest kenmerkende gezicht van haar generatie”. Ik ben dus duidelijk van een andere generatie. Een wat langer (auto-biografisch?) middendeel met daarom korte(re) verhalen. Schrijfstijl waar ik me het merendeel van de tijd aan het ergeren was – iets met lelijke korte zinnen denk ik.
Mooi boek over een vergeten ontdekkingsreiziger? wetenschapper? Er zijn vele straten, dorpen, bergen etc naar hem vernoemt maar hier in Europe een beetje in de vergetelheid geraakt. Is mogelijk de grondlegger van ons milieubewustzijn die al heel vroeg inzag dat de mensheid met zijn acties de aarde er een stuk belabberder mee achterliet (ontbossing e.d.). Vriend van Goethe, correspondeerde met Washington, en reisde de hele wereld rond.
Minpunt van het boek is dat Wulf sommige dingen iets te vaak herhaalt, en misschien iets duidelijk naar een statement toeschrijft.
Wel aardig boek waarin de diverse politieke problemen in de wereld worden verklaard aan de hand van de onderliggende geografie – hoe die de diverse naties hebben gevormd, en de daarbij nog geldende (on)mogelijkheden daardoor.
Redelijk zakelijke kijk op de voedsel industrie. Je zou er spontaan maar alles zelf gaan maken...
Fascinerend boek dat de eerste 18 jaar van een (geadopteerde) een-eiige J-J tweeling beschrijft, waarvan er een al vrij snel transgender blijkt te zijn. Moedige moeder, rechts-conversatieve vader die er initieel met moeite mee heeft. Tweelingbroer heeft eigenlijk altijd het idee gehad dat hij een zusje had.
Ik probeer het lijstje “favoriete schrijvers” niet te lang te maken, maar O'Farrell komt inmiddels toch wel erg dicht in de buurt...
“‘My daughter's coming,' the pirate woman says, and clutches her arm. ‘She's driving here. In her car. Who's coming for you?' Esme looks down at her tray of food. The stew. The grease circles. The bread. She has to think. Quick. She has to say something. ‘My parents,' she hazards. One of the kitchen women squeezing tea out of the urn laughs and Esme thinks of the cawing of crows in high trees. ‘Don't be stupid,' the woman says, pushing her face up to Esme's. ‘Your parents are dead.' Esme thinks for a moment. ‘I knew that,' she says. ‘Yeah, right,' the woman mutters, as she bangs down a teacup.“
Sterke vrouwen, die blijven terugkomen in haar boeken. In deze is dat Esme Lennox, die al jaren in een “gesticht” zit opgesloten. Waarom wordt heel langzaam duidelijk, terwijl het boek tussen drie gezichtspunten wisselt.
Eentje is in het nu, waar Iris probeert om te gaan met haar stiefbroer en een getrouwde scharrel terwijl ze ondertussen gebeld wordt of ze beschikbaar is om haar oudtante Esme in huis te nemen, want het gesticht wordt wegbezuinigd. Dingetje is alleen dat niemand in haar familie (en haar oma al helemaal niet) het ooit over de zus van oma gehad heeft...
“Peter Lasdun has been painstakingly outlining for Iris what he refers to as Routine Policies. These include Care Plans, Community Care Assessments, Rehabilitation Programmes, Release Schedules. He seems to talk permanently in capital letters. Iris has managed to offend the social worker—or Key Worker, as Lasdun calls her—by mistaking her for a nurse, causing her to start reeling off her social-work qualifications and university degrees.“
Een andere zijn de gedachtenflarden van de oma van Iris (Kathleen), die behoorlijk dementerend in een verzorgingshuis woont.
De laatste zijn de gedachten van Esme, die terugdenkt aan vroeger.
“They are girls who have spent their lives in nothing more than a cotton dress, and here are liberty bodices, vests, stockings, socks, skirts, underskirts, kilts, Fair Isle sweaters, blouses, hats, scarves, coats, gaberdines, all, seemingly, intended to be worn at once. Esme picks up woollen combinations and asks where they go in the baffling order of things. The shopgirl looks at their grandmother who shakes her head. ‘They are from the colonies,' she says.“
Langzaamaan worden de lijntjes steeds verder ingekleurd, totdat duidelijk wordt hoe haar “vanishing” in elkaar steekt. (Een vrolijk verhaal is het niet, ik ga er maar vanuit dat grote delen gebaseerd zijn op hoe dingen vroeger heel anders gingen...)