...en dat was onverwacht interessant. De krankzinnige vrouw uit [b:The Curse of Chalion 61886 The Curse of Chalion (World of the Five Gods, #2) Lois McMaster Bujold https://images.gr-assets.com/books/1322571773s/61886.jpg 1129349], Ista, bleek niet krankzinnig maar wel behept met goddelijke interventiedingen. Nu dat uitgeklaard is, komt ze na jaren semi-opsluiting weer in de wereld. Veertig jaar, maar toch een soort coming-of-age-verhaal dus.En opnieuw is het meer het innerlijke van de persoon dan de grote troepenbewegingen waar het om draait (al wordt er wel gevochten en zo, uiteraard).Waar Curse of Chalion vol grote politiek zat, met intriges op het niveau van het hele koninkrijk, is dit een veel kleiner boek. Ista was getrouwd met een koning die nu dood is, haar kinderen zijn volwassen, ze was jaren gek verklaard, en ze heeft dus nooit een eigen leven gehad. Nu grijpt ze het excuus van een pelgrimstocht aan om een avontuur te beleven.Er is geen zwart of wit, en er zijn geen eenvoudige antwoorden: zelfs de schlechte schlechterik is eigenlijk maar een mens die er het beste van probeert te maken (op een manier dat het eigenlijk helemaal niet gepermitteerd is, maar alla).Ik heb er verrassend van genoten (andere mensen ook: Hugo en Nebula gewonnen), en ik vond het jammer dat, net zoals bij Curse of Chalion, het verhaal opnieuw helemaal afgesloten is.
Een andere vertelling van Lord of the Rings, dit. Het uitgangspunt is dat de geschiedenis geschreven wordt door de winnaars — en dat Lord of the Rings zoals neergeschreven door Tolkien niet veel meer is dan een na-de-feiten-verheerlijking van één zijde in een conflict dat veel ingewikkelder was dan simpelweg goed versus kwaad.
Een aantal zaken op voorhand: een “orc” is wat mensen uit het Gandalf-kamp de mensen van Mordor noemen, het is geen apart ras of zo. Dwergen bestaan niet, draken bestaan niet (al weet iedereen wel iemand wonen wiens grootvader draken zou gezien hebben), Sauron is gewoon Sauron IV, koning van Mordor. Mordor zelf is één van de grote beschavingen, op de rand van een industriële revolutie, en naast bijvoorbeeld de enorm belangrijke handelsnatie Umbar — terwijl Rohan en Gondor in vergelijking maar armetierige koninkrijkjes zijn, waarvan de heersers in middeleeuwse toestanden en bijgeloof leven.
Mordor zat met een ecologisch probleem: klimaatwijzigingen hadden het land uitgedroogd, en fouten in irrigatieplannen hadden de oppervlakte verzilt. Daardoor waren ze afhankelijk van handel voor hun overleven. Omdat hun groeiende cultuur van wetenschap en innovatie ze tot een bedreiging voor de Elfen maakte, zagen die laatste hun kans om de handelsroutes dicht te nijpen en zo Mordor in de tang te nemen.
Elfen zijn magische wezens, ‘t is te zeggen: de wereld van de Elfen is magisch, hun wereld was in contact met onze wereld, zij zijn naar hier gekomen. Ze zijn met niet veel, maar ze hebben veel macht, die ze bedreigd zien door de wetenschap-gebaseerde mensen van Mordor. Koppel dat met een imperialistische en oorlogsgezinde Gandalf, en het geeft een volledig ander beeld dan wat uit Lord of the Rings naar voor komt.
Aragorn is één van de dozijnen Dunedain uit het noorden, min of meer rovershoofdmannen die allemaal beweren af te stammen van een mythische koning Isildur. Hij wordt volledig gestuurd door de Elfen en Gandalf, krijgt instructies om Boromir te vermoorden en later Denethor, neemt zogezegd de macht over in Gondor maar is eigenlijk een pion van de échte machthebber, een drieduizend jaar oude Arwen die een relatie met Aragorn ziet als iets tussen pedofilie en bestialiteit.
De Nazgûl zijn een groep mensen uit Mordor, steeds wisselend maar altijd met negen, die hun leven geven om magie uit Mordor te houden en hun beschaving een kans te geven om zich te ontwikkelen zonder de invloed van elven. De Ring zelf is bijna irrelevant: het was niet meer dan een afleidingsmaneuver om Mordor tijd te geven, eens duidelijk was dat Gandalf en de elfen een Endlösung aan het voorbereiden waren, om een leger op te bouwen voor een soort preëmprieve blitzkrieg.
Wat mislukt: Aragorn sluit een pakt met het is niet duidelijk wie om ondode krijgers te leiden, Mordor wordt verslaan, de elven vallen Mordor binnen en houden er grote kuis. Al wie een opleiding heeft, wordt geëlimineerd, doodseskadadrons zuiveren het land van alles wat ook maar ruikt naar wetenschap.
Faramir en Éowyn worden een zijspoor gezet onder min of meer huisarrest in Ithilien, en de elven beginnen Umbar te infiltreren, met plannen om hun klauwen in Khand en Harad te slaan.
In die context komen we Haladin en Tzerlag tegen, twee orcs (een medicus en een soldaat) op de vlucht in Mordor. Ze redden Tangorn, een Gondoriaanse edelman die een genocide niet zag zitten, en samen doden ze Eloar, de zoon van een hooggeplaatste elf.
Waarop Haladin gecontacteerd wordt door een stervende Nazgûl, met een opdracht om de wereld van de elfen en die van de mensen van elkaar te scheiden.
Spannend, boeiend, jammer genoeg bij momenten echt niet zo goed vertaald uit het Russisch, maar: helemaal de moeite waard.
En ook: wegens copyrighthistories met de mensen van Tolkien, gratis on-line te vinden.
Ik had deel vier niet in het originele Frans, en dus heb ik het maar in het Engels gelezen.
De tekeningen zijn beter dan in het derde deel, maar voor de rest had ik mij de moeite beter bespaard: de conclusie voegt niets onverwacht toe aan de reeks. Cliché na cliché na cliché.
Bah.
Op een rij wat moet opgelost geraken: bij de mensen, oorlog tussen Hanze en Ildiranen, tussen Hanze en Roamers, tussen Hanze en Confederatie, burgeroorlog/verzet op Aarde, tussen mensen en Klikiss, tussen mensen en Faeros, tussen mensen en Hydrogues, tussen mensen en Klikisrobots. Bij de Ildiranen: tussen Jora'h en Rusa'h, tussen Ildiranen en en Faeros, tussen Ildiranen en Hanze. Daarnaast: oorlog tussen Hydrogues en Faeros, tussen Faeros en Wentals, tussen Ventani en Wentals, tussen Klikiss en al de rest, en aaaaargh.
En een megalomane voorzitter van de Hanze met voor zover we zien maar een stuk of vijftien échte true believers, die voortdurend zonder lijfwachten rondloopt en al vier boeken aan een stuk had kunnen vermoord worden waardoor de laatste drie vier boeken niet meer nodig waren geweest.
Dit was een boek te ver. En ik had het denk ik ook al gelezen. Denk ik, zeg ik wel, want zelfs al had ik het niet gelezen, het was zó voorspelbaar dat ik het even goed niet had kunnen lezen.
Ik moet echt ophouden met series uit te willen lezen als het mij na een paar boeken tegensteekt (zie ook: Wheel of Time, ondanks Brandon Sanderson).
Euh ja, dus, ik stel mijn opinie van in het begin bij: niét lezen. Voor een trilogie had dit goed geweest, maar zeven boeken is des Guten (viel) zu viel.
In ral life kijken we ondertussen naar het tweede seizoen van The Expanse, maar dat is nu nog maar op weg naar het einde van het eerste boek van de boeken van The Expanse.
Boek vijf had zijn problemen, in die zin dat het meer een obligaat soort “vul de persoonlijkheidsgaten in” was op de achtergrond van een cataclysme van epische proporties.
Dit boek heeft ook zijn problemen, maar uiteindelijk kan ik ermee leven. Op een rij:
De slechterik van dienst is een soort Khadaffi-figuur, maar dan wel dom, haatdragend, en meer belachelijk dan imponerend.
De discrepantie tussen de afgrijselijkheid van wat er in het vorige boek op de achtergrond gebeurde en de reactie erop van alle protagonisten is enorm. Om de metafoor van vorige keer te hergebruiken: het is alsof iemand uit nijdigheid over een oud lief een hele grootstad heeft laten doormartelen en uitmoorden door teams met vleeshaken en vlammenwerpers, en dat geen van die mensen later eigenlijk zeer veel gewetens- of andere problemen heeft. En dat ze er zich van af kunnen maken met een “ey sorry hé gasten”, gevolgd door een “och ja, ik snap het ook wel dat het uw probleem niet was” door een paar overlevenden.
Een groot stuk van “vechten in de ruimte” heeft te maken met zwaartekracht. Zoals in: grote versnellingen kunnen overleven. Het is daarom dat de soldaten van Mars, zo hoorden we een paar boeken geleden, altijd in aardezwaartkracht trainen. Omdat ze anders in gelijk welk gevecht met de Aarde al van voor het begin in een slechtere positie zouden zitten.
Wel, in dit boek moeten de Belters ruimtegevechten doen. En de Belters, die heel hun leven aan zo weinig zwaartekracht gewoon zijn dat ze zelfs niet op Aarde kunnen stappen, zouden dus eigenlijk al op voorhand moeten verloren zijn. Wat ze niet zijn. Dat is gewoon stom.
Maar dit terzijde, is het een degelijk boek. Eén van de dingen die de heren James S.A. Corey al sinds boek 2 doen, is alsmaar meer personages maken. Dat zorgt ervoor, zoals bij hun leermeester George R.R. Martin, dat we niet zal te zeker moeten zijn dat iedereen het zal overleven. Ik knip en plak een lijstje dat iemand op Goodreads maakte:
Holden is there, of course, and Corey manages to give him an arc, even this far into book six. And then we've also got POVs from Naomi, Amos, Alex, Bobbie (now a full member of the crew, yay!), Clarissa Mao (also now a crewmember), Avasarala (who breaks my heart), Michio Pa (the captain who can't make up her mind which side she wants to work for), Fred Johnson, Anderson Dawes, Prax (haven't seen him in a while), Naomi's son (the little shit) Philip, Marko (the terrorist leader of the Free Navy), some random one-off chapters of people working on Medina Station, and the whole thing is bookended with a prologue and epilogue from our old friend Anna (the preacher from Abaddon's Gate).
Een kleine twintig personages, en ze zijn allemaal individueel en herkenbaar. Da's al een verdienste op zich: als niet-specialist heb ik de indruk dat het allemaal gelijk wat beter geschreven is dan zeker het vorige boek.
Hoedanook: er is een groot hoofdstuk afgesloten, en nu mag het eindelijk beginnen gaan over aliens, vind ik. Dit is het eerste boek waarbij ik niet meteen een idee heb waar het het volgende boek zou kunnen over gaan (zelfs al vergiste ik mij dan in wat het uiteindelijk werd), en da's een goede zaak.
Ik hoor dat ze precies weten waar het naartoe gaat, en hoeveel boeken ze nog nodig hebben, en dat we echt wel meer gaan te weten komen over de diepere achtergronden van allerlei.
A la bonne heure. Laat deel zeven maar komen, ergens eind 2017.
Schal de klaroenen! Het laatste deel van de Imperial Radch-trilogie is er!
Ik was absoluut niet zeker of Ann Leckie er zou in slagen om het verhaal tot een degelijke conclusie te brengen in één boek, en hoboy, 't is helemaal gelukt.
Een wijvenboek en goede sciencefiction, en grappig en spannend tegelijk. En had ik al gezegd een wijvenboek? Ik ben er zeker van dat het iets is dat mijn dochter van zestien het ook graag zou lezen.
Ik wil zelfs niet beginnen aan een soort van korte inhoud omdat spoilers, maar het was al lang geleden dat ik zo content was op het einde van een verhaal.
A++ would recommend.
Als Gurm niet verder schrijft aan A Song of Ice and Fire, dan doet hij de laatste tijd vooral anthologieën met Gardner Dozois, heb ik de indruk.
En dan nog wel anthologieën zoals ik ze graag heb: cross-genre, met vanalles en nog wat nieuws erin, en met altijd wel minstens de hoop op een aantal goeie dingen: Dangerous Women heb ik onlangs gelezen, Old Mars en Songs of the Dying Earth staan al op mijn Kindle, en ik dénk dat de volgende die ik koop Warriors zal zijn.
Cross-genre anthologieën, da's altijd een zak vol verrassingen: het kan even goed science fiction als fantasy als detective als wat dan ook zijn.
Het begint, vind ik, uitstekend, met Joe Abercrombie's Tough Times All Over, over een pakje dat van eigenaar naar “eigenaar” naar “eigenaar” gaat, via diefstal, afpersing, verkoop en allerlei. Onderhoudend, op een “ik wou eigenlijk dat dit een veel langer verhaal was”-manier.
En dan gaat het op en af. Ik ben ondertussen al een paar boeken verder als ik dit schrijf, en het is me niet allemaal even hard bijgebleven. A Year and a Day in Old Theradane (Scott Lynch) wel: iets met hoe een hele straat gestolen moet raken, en hoe daar allemaal verschillende manieren voor gezocht worden tot er uiteindelijk één werkt. How the Marquis Got His Coat Back is Neil Gaiman in wat mindere doen, in de wereld van Neverwhere.
The Lightning Tree (Patrick Rothfuss) is een fijn stukje over Bast, uit de Kingkiller Chronicles. Now Showing is een redelijk silly SF-achtig verhaaltje van Connie Willis over cinema-multiplexen, dat leest alsof het geschreven is door iemand die in de jaren 1980 is blijven steken wat media en technologie betreft.
En het boek eindigt met een prequel van een prequel, door GRRM zelf: The Rogue Prince is een verhaal dat zich afspeelt net vóór The Princess and the Queen (dat in Dangerous Women stond), en dát was dan weer een jaar of honderd voor de gbeurtenissen in Game of Thrones. Ik zeg “een verhaal”, het is eigenlijk een pastiche van de neerslag van een geschiedenis zoals die door een maester zou kunnen genoteerd geweest zijn. Redelijk droog en academisch, dus.
Geen essential reading, dat laatste. En eigenlijk, als ik er zo over nadenk, geldt dat voor heel het boek.
Ik herinner mij dat ik het goed vond, maar een paar maand later zelfs niet meer het flauwste idee hebben waar het over ging, is dat een goed teken? Ofwel was het boek niet echt dát, ofwel begin ik mentaal af te takelen. Nee, dat is dus geen goed teken.
Biologische bom in de Golf van Mexico, allemaal slachtoffers, VS in een spiraal van geweld en anarchie, multimiljardair met groot medisch-achtig labo zoekt naar oplossing, geniale wetenschapster gerecruteerd, baas van bedrijf blijkt slechterik, haar man sterft, wordt weer levend in een soort Swamp Thing meets Frankenstein-monster.
Het had erin gezeten dat het een eeuw zou aangesleept hebben, maar neen: een nul-nummer en dan vijf issues en 't was gedaan. Mooi afgerond en alles.
Geen grote kunst, maar onderhoudend. De cliché's worden niet geschuwd (het monster en het kleine meisje, rechtstreeks uit Frankenstein 1931!), de tekenstijl is in het begin op het steriele af klinisch, maar het geheel slaagde er toch nog in om me te verrassen.
Niet verkeerd.
Vóór ik wat dan ook anders zeg: goed boek. Met plezier gelezen. Ik kijk uit naar het vervolg. Zonder te spoilen: het is historisch, maar het is ook fantasy, en het is ook sciencefiction. Ik was aangenaam verrast, ook en vooral omdat ik me kan inbeelden dat in volgende boeken de nu al interessante personages nog meer uitgediept gaan raken, én dat ik zo al een degelijk idee heb waar het naartoe zou kunnen gaan, en ik daar wel naar uitkijk.
Het boek begint met de Slag bij de Aisne in 57 voor Christus. 't Is te zeggen, het begint eigenlijk met een stukje raamvertelling, dat pas begrijpbaar is al ge de rest van het boek gelezen hebt: ene Khyrilo van Melos heeft het over mensen en azaren, over de plaatsen Serafon en Kreanon, en verzekert ons dat de Griffioen wel degelijk en mens was, zelfs al kwam hij van een andere wereld (Aden) en zelfs al is hij de eerste persoon die ooit een god heeft gedood.
En dan dus die Slag bij de Aisne, waar we Malderik tegenkomen in zijn eerste echte gevecht. Malderik is de enige nog levende zoon van Boduognatos, en hij heeft een schild met –ahem ja– een klauwende griffioen erop. Wie Caesar ooit heeft (moeten) lezen, of wie enige notie van de genocidale campagne van Caesar heeft, weet wat er gebeurt aan de Aisne. En daar net vóór bij Bibrax. En iets later aan de Sabis. Ik wist wat er ging gebeuren, en las het dus allemaal met een knoop in mijn maag. Wie niet weet hoe het allemaal afloopt, krijgt een bijzonder spannend boek voor de kiezen. Dat tegen het einde een voor iedereen onverwachte wending neemt.
Nee serieus: ik kijk écht uit naar het vervolg. Ik ben er een beetje bang voor dat het een moeilijke opdracht wordt om een tweede boek te schrijven dat zich voor minstens de helft zeer ver van de echt gebeurde geschiedenis afspeelt, maar ik hoop dat het in orde komt. En ik koop het in alle geval.
*******
Dat gezegd: ik heb het door de band uitzonderlijk moeilijk met Nederlandstalige boeken. Of ze nu vertaald zijn of origineel in het Nederlands geschreven maakt niet uit. Een boek mag nog zó goed geschreven zijn: van zodra er gesproken wordt, loopt het meestal fout. Ik heb het extreem moeilijk me in te leven in personages die een idioom gebruiken waar ik de kriebels van krijg.
Dit bijvoorbeeld: 100% uitstekend.
Hij had al eerder mannen voor zijn ogen zien sterven, maar dat waren misdadigers geweest die in hun kooien werden verbrand. Dit was anders. Wie hier stierf zou door de goden in de Achtergrond worden verwelkomd en gevierd, terwijl terechtgestelde misdadigers niets dan vernederingen en folteringen konden verwachten vóór de goden hun corrupte geesten weer uitkotsten in de lichamen van wormen en maden.
immani magnitudine simulacra habent, quorum contexta viminibus membra vivis hominibus complent; quibus succensis circumventi flamma exanimantur homines
In primis hoc volunt persuadere, non interire animas, sed ab aliis post mortem transire ad alios, atque hoc maxime ad virtutem excitari putant metu mortis neglecto
Toen de mannen hun evenwicht hadden hervonden, keken ze giftig achterom. ‘Stelletje pummels,' gromde een van hen onder zijn borstelige snor.
In een reflex trok hij zijn schild over zich heen; een steen ketste erop af. ‘Laffe kontneukers!' brulde hij. ‘Kom hier vechten!'
de Romers zullen ook wel vrouwen hebben die het vliegend schijt krijgen van al hun oorlogen
‘Die magere hark bazelt maar wat!' riep Belloveso.
[...]
‘Waarom zouden wij deze snoeshaan geloven?' snauwde Belloveso.
[...]
‘Geduld, geile flurk.'
‘Zij zal de Skaldis volgen. Zij en nog iemand anders, ne strijder. Wacht hen op aan den tempel. Het is beter dat gij u niet onder de mensen mengt.'
‘Waarom niet?'
‘Omdat er nen oorlog gaande is. Er is al veel bloed gevloeid, en er zal nog meer bloed vloeien. Nieuwe heersers nemen bezit van dit land.'
‘Ik zag het in uw herinneringen, Zara Gira. Gij deed beloften die ge niet kon waarmaken.'
‘Ik heb hun boodschap overgebracht.'
‘Ge beloofde dat ook zij zouden kunnen terugkeren.'
Het wordt moeilijker en moeilijker om iets over de Wheel of Time-boeken te zeggen zonder spoilers boven spoilers te doen, maar alla.
Rand al'Thor heeft een belangrijk element van de voorspellingen rond de Dragon Reborn vervuld. Hij en Mat (met Egwene en Moiraine mee) gaan naar het thuisland van de Aiel, terwijl Perrin terug naar hun geboortedorp gaat, en Emayne en Nynaeve op jacht naar slechteriken gaan.
Volgt nog wat uitdieping van personages, en van de wereld waarin de personages zich bewegen, met een Age of Legends die –kijk nu!– zowaar technologisch blijkt geweest te zijn, met wolkenkrabbers en vliegtuigen en auto's, komt meer en meer tot zijn recht.
Wat tot ver in boek twee een onhandige afgeleide van Lord of the Rings leek, krijgt er nu bovendien meer en meer aspecten van Dune bij.
De Aiel zijn de Fremen (compleet met de Zensunni achtergrond, spoiler!), de Aiel Wise Ones zijn zowat één op één de Fremen Reverend Mothers (compleet met de complexe relatie met Aes Sedai / Bene Gesserit), Rand is ook eigenlijk een Kwisatz Haderach (compleet met het aspect “gekweekt voor de positie, spoiler!). Oh, en het speelt zich ook af in de woestijn en zo, met waterreserves onder de grond, met Aiel in Sietch-achtige gemeenschappen, etc., etc.
Boek vier sluit volledig naadloos aan op boek drie, en zo heb ik het ook gelezen: als één boek. Spannend en geen moment vervelend.
Ik houd mijn hart vast voor het vervolg.
Hoezodatzo, Manhatten Projects? Er is er toch maar één geweest, het R&D-project voor atoombommen tijdens de Tweede Wereldoorlog?
Ha, wel: Jonathan Hickman (Pax Romana, East of West, Nightly News, ...) gaat ervan uit dat het ene Manhatten-project dat wij kennen maar een dekmantel was voor véél meer.
Extra dimensies! Alternatieve universa! Nazi's en communisten! Krankzinnige wetenschappers! Psychopaten! Sprekende honden! Cyborgs! Aliens! The Manhattan Projects heeft ze allemaal, en het is dan nog eens bijzonder grappig ook.
Niet alleen grappig, maar gewoon goed geschreven — al moet ik moet er wel niet aan gedacht hebben om dit nummer per nummer en maand na maand te lezen, want Hickman neemt ruim zijn tijd om de wereld en de personages op te bouwen. Uitstekend getekend en machtig gekleurd, zeer aangeraden, hopla ge moest al op weg zijn naar Comixology.
Hey, aangenaam verrast.
Twee (en een halve) nieuwe soort aliens, en zowaar diepgang in de personages!
Aangenaam verrast. Ik kan me niet herinneren dat ik een Nederlandstalig boek met zoveel plezier gelezen heb.
‘t Is Saint-Germain hé. Niet echt slecht, niet echt goed. Spijtig dat er niet echt een relatie is tussne Saint-Germain en Gynethe Mehaut. De blurb is totaal misleidend.
Aan de ene kant: Orson Scott Card is een goede schrijver. Zelfs al had hij alleen maar Ender's World geschreven. En Dragon Age is een uitstekend spel.
Aan de andere kant: Orson Scott Card is een rechtse homofoob en Dragon Age is notoir niét homofoob. En comics van games zijn vaak toch maar bleh.
Résultat des courses: gho ja. Een standaard verhaaltje van kindje dat zijn echte ouders niet kent en voorbestemd is voor Grote Dingen.
Snel gelezen, blijft aan geen ribben plakken.
Oh, wat moet een mens nog zeggen over Sandman? Bij het beste dat er geschreven is in de afgelopen pakweg dertig jaar, in om het even welk medium? Is dat overdreven? Nah, denk het niet.
Het is altijd wat gewoon worden aan de tekeningen als die veranderen van boek tot boek, maar het blijft vooralsnog Gaimans meesterwerk.
Deze uitgave is prachtig: nieuwe kleuren, groot formaat, in leer ingebonden, extras up the wazoo... meer dan zijn geld waard.
En oh: waar ik nog meer geld voor zou betalen? Een annotated uitgave, met de scripts van Gaiman erbij. Digitaal, in hoge kwaliteit.
Bon, goed. Goed, bon. 't Is afgelopen.
In Hybrids, Ponter Boddit and his Homo sapiens lover, geneticist Mary Vaughan, are torn between two worlds, struggling to find a way to make their star-crossed relationship work. Aided by banned Neanderthal technology, they plan to conceive the first hybrid child, a symbol of hope for the joining of their two versions of reality.
But after an experiment shows that Mary's religious faith – something completely absent in Neanderthals – is a quirk of the neurological wiring of Homo sapiens brains, Ponter and Mary must decide whether their child should be predisposed to atheism or belief. Meanwhile, as Mary's Earth is dealing with a collapse of its planetary magnetic field, her boss, the enigmatic Jock Krieger, has turned envious eyes on the unspoiled Eden that is the Neanderthal world . . .
In tegenstelling tot Weird Worlds wel gegrepen, wel geboeid door dit. Van het begin: het hoofdpersonage is een meisje dat ‘s nachts een masker en een hoodie aandoet, en een paar straten in haar buurt op en neer wandelt. De superheld als OCD-slachtoffer: hier een poes in een boom, daar slecht geïsoleerde kerstverlichting.
Ze verzamelt comics, en op een conventie spreekt ze af met andere, gelijkaardige, even low profile “superhelden”. Ze lossen misdaden op (genre handelaar verliest comic, zou hij gestolen zijn? oh nee, kijk, de comic zat gewoon verkeerd geklasseerd), en dan gaat ze weer naar huis.
En wordt ze alsnog een held(in).
Het zou kunnen verder gaan, maar voor mij is het goed zo: een mooi portret. Prachtig getekend — en in elk nummer staat er een telkens zeer geslaagde pastiche van een oude comic.
“We're not allowed to have nice things” was achter de schermen de mantra van de Clinton-verkiezingscampagne.
Ze was er in geslaagd om als minister van buitenlandse zaken twee derden van de Amerikanen in haar te doen geloven, en ze was erin geslaagd om binnen de Democratische partij alle concurrenten met enige naam achter zich te laten, en dan botste ze op Bernie Sanders. Die met zijn links populisme aansloeg bij zeer veel mensen, zich eigenlijk niet al te hard moest aantrekken van de haalbaarheid van zijn plannen, en in even zoveel woorden bleef hameren op de fundamentele ongeschiktheid van Hillary Clinton, wegens samenhokken met bankiers, wegens out of touch, wegens verpersoonlijking van establishment.
Elke keer dat ze ze dacht dat ze van Sanders af was, kwam hij terug. Tot op de democratische conventie, waar ze ei zo na uitgejouwd was. De mensen rond haar (Huma Abedin, Debbie Wasserman Schultz e tutti quanti) bleken meer problemen te veroorzaken dan op te lossen.
Ze was erin geslaagd om de zwarte stemmen die ze in 2008 verloren was, terug te winnen – maar ten koste van die van de blanke arbeiders.
Er was de zooi met haar e-mailserver: na een ellenlang onderzoek kondigt de FBI weliswaar aan dat ze niet gaan vervolgen, maar dat doen ze eerder met een toon van “we doen het niet, maar we zouden het heel graag wél doen, want wat Clinton deed was schandalig”.
Ze had de kandidaat tegenover haar die ze wou – maar toen bleek dat die helemaal niet zo gemakkelijk te verslaan was als ze gehoopt had.
Ze won meer dan overtuigend drie debatten met Trump. Normaal gezien – denk JFK/Nixon – is dat de doodsteek voor de tegenpartij, hier absoluut niet.
Op dezelfde dag dat de verenigde Amerikaanse intelligence community uitbrengt dat ze bewijs hebben dat Rusland de verkiezingen probeert te beïnvloeden en dat de “pussy grabbing”-opname van Trump uitkomt – twee zaken die elke andere campagne zouden gekelderd hebben – begint Wikileaks e-mails van haar campaign manager te lekken. En dat blijven ze doen, dag na dag, week na week.
Ze werkt zich dag en nacht uit, zelfs met een longontsteking – en als ze dan een appelflauwte krijgt, beschuldigt Trump haar van hersenschade en andere zware gezondheidsproblemen.
Ze was er in geslaagd om een grote meerderheid van de bevolking ervan te overtuigen dat Trump absoluut ongeschikt was als president – maar toch bleven de mensen zeggen dat ze ervoor zouden stemmen.
En dan, letterlijk in de paar dagen voor de verkiezingen, als alles er min of meer goed begon uit te zien, brengt de FBI het nieuws dat ze op de laptop van Anthony Weiner (man van haar beste vriendin, hij-van-de-sexting-en-de-crotch-shots) mails hadden gevonden die eventueel zouden kunnen te maken hebben met haar. Waardoor iedereen meteen de connectie legt tussen haar emailserver en wikileaks en sexting en Bill Clinton en biem!
We moeten daar eerlijk in zijn: zelfs met alle tegenslag, zonder de Russen/wikileaks en zonder die laatsteminuut interventie van Comey, spraken we vandaag van President Clinton. Het heeft trouwens nog maar een paar procent gescheeld voor het kiescollege, en ze heeft hoedanook vele miljoenen meer stemmen dan Trump gehaald.
Maar. Ja, het is waar dat er shenanigans waren, en dat er misogynie was, en dat de pers elk van haar muggen opblies terwijl de olifanten van Trump zó talrijk waren dat geen mens door de slurfen het beest zagen.
Dat neemt allemaal niet weg dat het wel degelijk Hillary Clinton's eigen schuld was. In Shattered spreken tientallen naaste medewerkers anoniem, en het beeld dat er uit komt, is redelijk schrijnend. Het kernpunt: na een volledig mensenleven dat hier naartoe gewerkt heeft, na acht jaar voorbereiding en twee jaar campagne, slaagde Clinton er niet in om zelfs voor zichzelf duidelijk te maken “waarom wil ik president worden? waar sta ik voor?”
Ze had op alle mogelijke vragen een duidelijk en onderbouwd antwoord, met een klare visie en realistische manier om er te geraken. Obama zei op een bepaald moment zonder enige overdrijving dat ze de best voorbereide persoon was die ooit campagne heeft gevoerd om president te worden, en niemand betwijfelt dat eigenlijk.
Maar big picture? Niets. Of toch niets dat ze kon communiceren aan het grote publiek: “omdat het gewoon niet eerlijk zou zijn als ik het niet zou worden”, of “Because it's her turn” (slogan die de campagne écht overwogen heeft), dat slaat niet zo aan als een simplistisch “make America great again” of “alleman tegen de 1%”. Zoals de auteur zei in een interview met Salon:
Look at Donald Trump: People knew what he stood for. He had his little slogan: “Make America great again.” If you talk to anyone on the street, they could basically tell you what he stood for ... When you saw Secretary Clinton's campaign — she had this big wall we talk about in her Brooklyn headquarters that said “Hillary is for ...” — and there were hundreds of Post-it notes all over the place, and it became “Hillary is for everything.” And when you're for everything, you're really for nothing.
analytics
Hoezodatzo, Manhatten Projects? Er is er toch maar één geweest, het R&D-project voor atoombommen tijdens de Tweede Wereldoorlog?
Ha, wel: Jonathan Hickman (Pax Romana, East of West, Nightly News, ...) gaat ervan uit dat het ene Manhatten-project dat wij kennen maar een dekmantel was voor véél meer.
Extra dimensies! Alternatieve universa! Nazi's en communisten! Krankzinnige wetenschappers! Psychopaten! Sprekende honden! Cyborgs! Aliens! The Manhattan Projects heeft ze allemaal, en het is dan nog eens bijzonder grappig ook.
Niet alleen grappig, maar gewoon goed geschreven — al moet ik moet er wel niet aan gedacht hebben om dit nummer per nummer en maand na maand te lezen, want Hickman neemt ruim zijn tijd om de wereld en de personages op te bouwen. Uitstekend getekend en machtig gekleurd, zeer aangeraden, hopla ge moest al op weg zijn naar Comixology.
Een journalist die meer dan een jaar in de loopgraven zit, samen met de mensen die een nieuwe computer aan het maken zijn. Die de computer volgt van ontstaan tot oplevering, in een periode dat er nauwelijks sprake was van personal computers: eind de jaren 1970, toen IBM oppermachtig was en Data General de gevaarlijke en hippe New Kid on the Block was.
Maar nu zit Data General mogelijk zelf in de problemen: DEC's VAX is sneller en beter dan het beste dat Data General heeft. En dus beslissen ze om op een nieuwe plaats een volledig nieuwe afdeling op te richten om een fantastische nieuwe machine te maken die vele kere beter zal zijn dan de VAX (maar ook veel complexer). De achtergebleven mensen, die niet ana het nieuwste van het nieuwste werken, moeten ondertussen maar incrementele verbetering aan de bestaande Exlipse-lijn doen.
En dat ziet Tom West, niet zitten. Zijn meesterplan: de bestaande 16-bit Eclipse hermaken in een 32-bit-versie, die backwards compatible zal blijven. Als een soort Plan B, voor in het geval het niet zou lukken met de nieuwe machine.
Hij stelt een klein team samen van oude rotten, aangevuld met een hele stapel mensen die net afgestudeerd zijn, “zo jong dat ze nog niet weten wat onmogelijk is”, en past er de paddenstoel-magament-theorie op toe: “keep them in the dark, feed them shit, and watch them grow”.
Het boek slaagt er nooit in om Tom West helemaal te verklaren: hij blijft een mysterieus iemand, in zijn jeugd rebels, een muzikant, heel de wereld afgereisd voor het Smithsonian, en dan bij Data General terechtgekomen waar hij eerst zelf in de loopgraven zat maar redelijk snel ‘management' werd. Voor zover we zien moet hij totaal schizofreen geleefd hebben: op het werk droog en een imago van bullebak en tiran, maar buiten het werk een compleet andere persoon.
West usually drove out of Westborough fast after work. “I can't talk about the machine,” he said one evening, bent forward over the steering wheel. “I've gotta keep life and computers separate, or else I'm gonna go mad.”
Het is het einde van de negentiende eeuw, en er zijn geen heksen meer. Er waren in de wereld van The Once and Future Witches vroeger wel echte heksen die echte magie deden, en vrouwen waren koninginnen en schrijvers en wetenschappers, maar ergens in de zeventiende eeuw is daar allemaal een einde aan gekomen, met massale heksenverbrandingen en mannen die het heft in handen hebben genomen.
Maar dit is het einde van de negentiende eeuw en de wereld ziet er min of meer uit zoals die bij ons was op het einde van de negentiende eeuw: industrialisatie, en het begin van de strijd om vrouwenkiesrecht. Er zijn hier en daar nog wat overblijfselen van magie, overgeleverd van grootmoeder op kleindochter: kleine spreuken om de melk niet te doen overkoken, om een paard rustig te krijgen, om planten beter te doen groeien.
Het verhaal draait rond drie zusters: Beatrice Belladonna, Agnes Amaranth en James Juniper, die elk op hun beurt om elk hun eigen redenen weggevlucht zijn van hun geboortedorp. Hun moeder is gestorven bij de geboorte van Juniper, en ze hebben heel hun jeugd rondgehangen bij hun grootmoeder, die geen échte heks was, maar er toch meer van afwist dan veel anderen.
Beatrice werkt in een bibliotheek, en probeert te vergeten dat ze op vrouwen valt. Agnes werkt in een fabriek (denk Triangle Shirtwaist Factory van omstandigheden, vóór de brand dan wel). En Juniper is net toegekomen in de stad, nadat ze hun vader heeft vermoord.
Op een zekere dag komen ze elkaar na jaren weer tegen, op het moment ze (samen? of Beatrice alleen?) zonder goed te weten hoe even het beeld van een toren hebben doen verschijnen in het midden van de stad.
Het gaat expliciet over gender en rechten en LGBTQ+ issues en ik vond het een magisch boek, met drie onvergetelijke hoofdpersonages. Meer dan veel traantjes geplengd. Meer dan veel aangeraden.
Altijd bijzonder grappig trouwens om bij boeken als dit, waar het zoals gezegd echt héél expliciet gaat over dingen waar men vijftien jaar geleden niet echt zo hard van wakker lag, naar de één-ster-reviews te kijken. Dan komt ge altijd de meest toxische commentaren tegen van mensen die vinden dat het niet genoeg is. Ik pik er at random eentje uit, van een persoon die er niet in geslaagd is het boek uit te lezen, maar wel pagina's lang kan klagen:
The only reason I didn't finish it was because it was actively making me uncomfortable and becoming a detriment to my mental health. [...] As a non-binary person of colour, this book just reeked of white feminism. James Juniper is very much a “not like other girls” character, Agnes reminds me of a typical liberal white woman, and while Beatrice is the most “progressive” character —she is in love with a black woman and occasionally ruminates on the absurdity and inconvience that is racism— she is as interesting as cardboard. [...] [niet mijn opinie, maar hey]
To set a book during the suffragette movement without addressing the blatant racism and transphobia that is prevalent among prominent suffragists, is to ignore the glaring elephant in the room. [...] [dit is niet waar, het komt voortdurend aan bod]
The characters do make an effort to invite some black people, yet the prominent figure within their community, conveniently declines and therefore they are left with an all white association [totaal het omgekeerde van waar, zoals de persoon had geweten als die meer dan de helft van het boek had gelezen]
Ultimately, this book is a good reflection of my problems with most “feminist” books written by white women. I simply have no empathy for the woes of white women, particularly when their version of feminism is achieving the same privileges afforded to white men. [zucht]
TW // Child abuse, both physical and psychological; parental death; arrest and imprisonment; mind control; pregnancy and childbirth, including forced hospitalization; racism (not challenged); sexism; homophobia, both external and internalized; threat of sexual assault, averted; torture (mostly off-the-page, but alluded to); execution (attempted); child abandonment; major character death.
Twee beste vriendinnen, de wat bravere Calista en de -ahem- wat wildere Anna, sluiten een weddenschap: om het eerst in bed duiken met de man van het gezin waar Calista babysit is. Séduire le mari. Virer sa femme. Prendre sa place. La première qui réussit a gagné.
Het begint onschuldig, en het eindigt zoals te verwachten was: niet goed.
Het leest als een film, zo één van die Franse, met een oudere man en knappe meisjes, en hevige gevoelens en dat het op het einde allemaal wat doodbloedt. Neen, het heeft niet enorm veel om het lijf, maar onder meer ook omdat Jim en Grelin er 150 bladzijden de tijd voor nemen, krijgen we toch een paar echt aanvoelende personages.
Da's al niet verkeerd, maar er zat veel meer in. Want het einde komt er al met al veel te snel. Of beter, ‘t is te zeggen: het einde had helemaal het einde niet moeten zijn. Er was gerust veel meer te vertellen over alle personages.
We zijn in 2140 en in New York er zijn ondertussen al twee grote wereldwijde vloedgolven geweest wegens poolijs op de boden van de oceaan dat te zwak was geworden om het poolijs erboven overeind te houden, waardoor het twee keer was alsof er een immense dam brak, en het water over de hele aarde een paar meter naar boven ging.
Er is een beetje technologische evolutie, vooral in materialen heb ik de indruk, want op een paar superhoge wolkenkrabbers na ziet alles er zeer vertrouwd uit. Behalve dat de zee 15 meter hoger komt, en dus New York een nieuw soort Venetië geworden is. De rest van de wereld? Geen idee, Kim Stanley Robinson spreekt er niet zo enorm veel over. Ik heb de indruk dat Londen achter een soort ingewikkeld polder-en-dijken-systeem zit, en ik herinner me dat Amsterdam gewoon een de wereld ronddrijvend eiland was geworden, maar dat zal het zo ongeveer zijn.
New Yorkers zijn dan ook mensen die (soms niet zonder goede reden) denken ze in de navel van de wereld wonen — deze cartoon wordt zelfs expliciet vermeld:
Zucht. Dit is zo'n boek waar ik me heb door moeten worstelen. Waar ik enorm hard heb getwijfeld om er ergens in het midden mee op te houden, wegens nog maar eens een hoofdstuk waar een totaal niet van de andere personages te onderscheiden personage een beetje rondloopt, iets doet dat niet veel nut of interesse heeft, en dan terugkeert.
Er is iets met twee gasten die ontvoerd worden, en iets met een politieagent, en iets met een man die op de beurs dingen doet, en iets met een super die de voorzitter van de Fed als ex heeft, en iets met een dame die graag al eens naakt het 22ste-eeuwse equivalent van natuurfilms op YouTube doet, vanuit haar zeppelin. En al die personages draaien rond de MetLife Building, één van de grote gebouwen die nog rechtstaan in de getijdenzone.
En als er ergens een punt te maken is, zorgt Robinson er wel voor dat het met een voorhamer duidelijk gemaakt wordt. Er is, godbetert, zelfs een pseudo-intellectualistisch ‘personage' dat om de zoveel hoofdstukken stream of consciousnessgewijs gewoon niet anders dan expositie doet. Eén eindeloze moraliserende monoloog, die ongetwijfeld ‘interessant' is en zo, maar die (zoals hij toegegeven zelf zegt) even goed overgeslagen kan worden. Irritant.
Het meandert en het meandert, en dan plots moet de auteur beseft hebben dat hij al aan 500 bladzijden zat, en dan plots springt het maanden (jaren?) naar voor, en zijn alle problemen opgelost en leeft iedereen (in New York toch) in peis en vree in een soort utopische toekomst met genationaliseerde banken en hoera iedereen content.
Geen zin om er nog meer tijd aan te spenderen dan dit.
De reviews zijn bijna unaniem lovend, maar ik vond het geen goed boek.